15 september-CV, motivatie en werkwoordspelling

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

15 september

CV, motivatiebrief en werkwoordspelling tegenwoordige tijd

Wat gaan we vandaag doen?

• Koppelen klas aan NU Nederlands: koppelcode is 73710
• Theorie CV en motivatiebrief
• Theorie werkwoordspelling plus quiz
• Zelfstandig werken 

Hoe ziet een CV eruit?

Denk er even over na wat er volgens jou allemaal in een CV wordt benoemd. 

Schrijven van een CV

• Een cv is een overzicht van je persoonlijke gegevens, zoals jouw opleiding(en), werkervaring en interesses.

• Een goed CV heeft een duidelijke indeling, is prettig leesbaar en niet te lang. 

• Jouw CV is samen met je motivatie een soort visitekaartje waarmee je je interesse en geschiktheid voor de functie laat zien. 

• Hoe heeft Rosa haar     

werkervaring en opleidingen geordend?

• Waarom zou ze dat zo gedaan hebben?
  
• Wat is een referentie?
  
• Rosa solliciteert bij een restaurant als kok. Zij heeft als hobby’s en interesses ook tv-kijken, sporten en koken. Waarom is het rijtje dat in het cv staat, beter?
  

Welke eisen worden vaak aan een functie in jouw beroepsrichting gesteld?

Motivatie

Motivatiebrief

Hoe moest het ook alweer?: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. Hele werkwoord, bijvoorbeeld vinden. 

2. Haal -en er vanaf; dan heb je de stam: vind

3. Hij (.........) dat het korter moet. (vinden)

-------------------------------------->>>>

Gebruik een vorm van het werkwoord lopen om te horen of er een -t achter de -ik vorm komt-> hij loopt, dus ook: hij vindt

                                          

Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?

1. Je verandert de zin naar een andere tijd.
2. Je kijkt naar de andere werkwoorden in de zin.
3. Je maakt een vraagzin.
4. kies alle werkwoorden behalve de voltooid deelwoorden

Vul de juiste werkwoordsvorm van 'vervelen' in

Deze film ......... nooit.

(verhuizen)
Eric ........ de spullen naar een nieuwe werkplek.

De ballon (belanden) in de boom.

Ik (vinden) er niets aan.

De kip (broeden) al 2 weken.

Ik (aanvaarden) jouw voorstel.

Hij (aanvaarden) het niet.

Ik (schelden) nooit iemand uit.

(vinden)......u het goed als ik straks even op bezoek (komen............? (tegenwoordige tijd)

1. vind, kom
2. vindt, kom
3. vind, komt
4. vindt, komt

Tijdens het koken van de aardappels.......(verwonden)hij mijn hand. (tegenwoordige tijd)

1. verwondde
2. verwondt
3. verwond
4. verwondden

Zelfstandig werken

• Maken 2.6 Motivatie en cv (onderdeel schrijven) opdracht      1 t/m 4.
• We bespreken deze opdrachten het laatste kwartier van de les.