interpunctie en ontleden

interpunctie en ontleden
1 / 19
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

interpunctie en ontleden

Slide 1 - Slide

Doel
Ik kan interpunctie toepassen bij verschillende soorten zinnen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

De komma
  • In een opsomming
    Ik reed door Duitsland, Slovenië, Oostenrijk en Tjechië.
  • In samengestelde zinnen voor een voegwoord.
     Ik ga lopend, omdat mijn band lek is. 
  • Voor en/of na een aanspreking.
    Sofie, wil jij mij de boter aangeven?
  • Tussen twee persoonsvormen
    Nu ik er over nadenk, vind ik het een leuk idee

Slide 4 - Slide


Zet de komma('s) op je juiste plek in de zin.

Slide 5 - Slide

Op woensdag donderdag en vrijdag ga ik naar de kermis.

Slide 6 - Open question

Meester hoe lang moeten we nog werken?

Slide 7 - Open question

De tikker die het lintje om heeft moet nog maar een paar kinderen tikken.

Slide 8 - Open question

Uitroepteken
Een uitroepteken plaats je aan het eind van een zin 
die met klem wordt uitgesproken.

Bijvoorbeeld na de gebiedende wijs of na een uitroep:
Kom hier! Au!
Zit! 
Blijf!

Slide 9 - Slide


Achter welke zin hoort een uitroepteken?

A
Hou daarmee op
B
Ik wil dat je ophoudt
C
Doe maar normaal, dat is al gek genoeg
D
Wil je alsjeblieft normaal doen

Slide 10 - Quiz

Aanhalingstekens
  • Directe rede 
Mark Rutte verklaarde: ”Dan ga je toch lekker lenen?”

  • Citaat
'elk nadeel heeft zijn voordeel'  Johan Cruijff


Slide 11 - Slide

Zij zei Maar of hij dat meende…

Slide 12 - Open question

Ben jij weleens naar Amsterdam geweest vroeg de piloot

Slide 13 - Open question

Hij is een beetje dom zei Jan omdat hij het is vergeten.

Slide 14 - Open question

Een puntkomma gebruik je......
A
bij een opsomming
B
bij een gedachte
C
bij het begin van een zin
D
om twee zinnen te verbinden

Slide 15 - Quiz

Een 'puntkomma' ;;;
betekent eigenlijk ...
A
want
B
doordat
C
zoals
D
en

Slide 16 - Quiz

In welke zin is de puntkomma goed gebruikt:
A
Ik moet deze week thuisblijven; want ik ben in quarantaine
B
Ik moet deze week thuisblijven; ik ben in quarantaine

Slide 17 - Quiz

Voor in de gereedschapskist
Omdat de puntkomma midden in een zin wordt geschreven, komt er nooit een hoofdletter achter.

Slide 18 - Slide

Niet waar
Waar
Een zin eindigt altijd met een punt.
Tussen twee persoonsvormen zet je een komma.. 
Als je iemand aanspreekt, zet je een uitroepteken achter zijn of haar naam.
Een uitroepteken gebruik je bij een vraag.
Aanhalingstekens gebruik je als je een stukje tekst letterlijk overneemt.
Voor woorden zoals want, maar of omdat zet je een komma.
Leestekens maken het lezen makkelijker.

Slide 19 - Drag question