This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Formuleren
3havo
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
- Herhaling stijlfiguren
- Uitleg spot en dubbel
- Aan de slag
Slide 2 - Slide
Je ziet hier een ronde cirkel.
Ze zijn bedroefd en verdrietig.
Slide 3 - Slide
Leerdoel:
-Je kunt pleonasmen en tautologieën herkennen, begrijpen en gebruiken.
Slide 4 - Slide
Wat is het verschil tussen een stijlfout en een stijlfiguur? Noem voorbeelden.
Slide 5 - Open question
Ironie
Slide 6 - Slide
Ironie
De schrijver zegt het tegenovergestelde van wat hij bedoelt = ironie
Slide 7 - Slide
Sarcasme
Sarcasme is een stijlfiguur dat heel dicht bij ironie ligt. Er is een verschil tussen sarcasme en ironie. Sarcasme is harde, bijtende spot, bedoeld om te kwetsen en ironie is milde spot.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Pleonasme (stijlfiguur)
Wat geniet ik ervan om op deze dag buiten rond te dwalen, tussen de mooie bloesembomen en de goudgele boterbloemen .
Je verfraait de tekst
Pleonasme (stijlfout).
Je kan dat programma beter even opnieuw heropenen.
Geen verfraaiing, maar een fout.
Slide 10 - Slide
Tautologie
bewust als stijlfiguur
vaste combinatie
De hekken stonden schots en scheef nadat de storm was gaan liggen.
Tautologie
stijlfouten
-Natuurlijk hebben wij daar vanzelfsprekend van genoten.
-Voordat je de vraag beantwoordt, moet je eerst goed nadenken.
Slide 11 - Slide
pleonasme / tautologie?
'Wat is het toch warm deze zomer', zei Jeffrey tegen