This lesson contains 22 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Ministers en hun budgetten
Slide 1 - Slide
bespreken 7-8
Hoofdstuk 5 paragraaf 2
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
2015
WERKZAAM OVERHEID COLLECTIEVE SECTOR 2261
TOTALE WERKGELEGENHEID
7762
PERCENTAGE
2261 : 7762 X 100 %= 29.1%
2018
WERKZAAM OVERHEID COLLECTIEVE SECTOR 2345
TOTALE WERKGELEGENHEID
8321
PERCENTAGE
2345: 8321 X 100% = 28,2%
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
vraag 8 c
Als de gemeente een particulier hoveniersbedrijf overneemt om het werk in de openbare groenvoorziening te doen, is dat een voorbeeld van.........................
nationalisatie
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Regering
De regering bestuurt een land, de regering bestaat uit ministeries (afdelingen); ministers zijn verantwoordelijk voor hun ministerie.
Slide 10 - Slide
Prinsjesdag
3e dinsdag van september
De rijksbegroting = een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk
de miljoenennota = de toelichting op de rijksbegroting
Slide 11 - Slide
Miljoenennota
Een toelichting op de rijksbegroting. De Miljoenennota beantwoordt vragen zoals:
wat zijn de belangrijkste plannen?
wat gaan die plannen kosten?
Slide 12 - Slide
Ministers
krijgen elk een eigen budget
elk budget is bedoeld voor bepaalde uitgaven
elk minister verdedigt zijn of haar begroting in het parlement
Slide 13 - Slide
parlement kan rijksbegroting afkeuren
Slide 14 - Slide
Voorbeelden uitgaven
onderwijs
sociale uitkeringen
rente over staatsschuld
infrastructuur
gezondheid en sport
Slide 15 - Slide
CBS: Centraal bureau voor de Statistiek: verzamelt informatie ( kijkt terug)
CPB: Centraal Planbureau: bekijkt gevolgen van plannen ( kijkt vooruit)
SER: Sociaal Economische Raad: adviseert over zaken als werkgelegenheid, lonen en uitkeringen
Adviseurs van de overheid
Slide 16 - Slide
Staatsschuld
een begrotingstekort - toename staatsschuld
een begrotingsoverschot- afname staatschuld
Ministerie van Financiën gaat hierover
Slide 17 - Slide
Staatsschuldquote
Staatsschuld / BBP x 100
Norm EU: 60% Van de totale Nederlandse Productie
Begrotingstekort: Max. 3% van de staatsschuld
Slide 18 - Slide
Subsidies
Een subsidie is een financiëlebijdrage van de overheid om burgers en bedrijven te steunen.
De overheid stimuleert bepaald gedrag als zonnepanelen of sportclubs