What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
VWO 4 - LS U3 t/m voc Ecrire
4 VWO LS U3 t/m Ecrire
A. vocabulaire en zinnen N-F VERTAAL:
1 / 43
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
43 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
4 VWO LS U3 t/m Ecrire
A. vocabulaire en zinnen N-F VERTAAL:
Slide 1 - Slide
opzet:
A vocabulaire (slide 3)
B.1 grammaire : trappen van vergelijking (21)
B.2 (on)regelmatige werkwoorden (35)
Slide 2 - Slide
vertaal in het Nederlands
Slide 3 - Slide
en nu in het Nederlands: een gebrek aan voedsel
Slide 4 - Open question
we moeten handelen en te hulp komen
Slide 5 - Open question
de kinderen lijden
Slide 6 - Open question
kun jij een voorstel doen?
Slide 7 - Open question
Wij hebben een plan bedacht
Slide 8 - Open question
de rijkdom
A
riche
B
la richesse
C
le richeur
D
la réussite
Slide 9 - Quiz
inzamelen
A
récolter
B
réussir
C
chercher
D
collecter
Slide 10 - Quiz
een week geleden
A
il y a un semaine
B
une semaine passé
C
il y a un mois
D
il y a une semaine
Slide 11 - Quiz
het beste voorstel
A
le mieux proposition
B
le meilleur proposition
C
la mieuse idée
D
la meilleure proposition
Slide 12 - Quiz
iedereen wil zich inzetten
A
tous le monde veux engager
B
tout le monde veut engager
C
tout le monde peut s'engager
D
tout le monde veut s'engager
Slide 13 - Quiz
noem 2 problemen van 3e wereldlanden in het Frans
Slide 14 - Mind map
zeg in het Frans dat wij meer geluk hebben
Slide 15 - Mind map
en geef daar in het Frans een reden voor
Slide 16 - Mind map
geef een voorbeeld in het Frans hoe jij geld gaat inzamelen voor een goed doel
Slide 17 - Mind map
Zeg in het Frans (in een hele zin) welk goed doel jij voor ogen hebt
Slide 18 - Mind map
Slide 19 - Video
om welke actie gaat het hier?
(doel, aanpak?)
Slide 20 - Mind map
B Grammaire
I. Trappen van vergelijking.
Slide 21 - Slide
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
(Fa/Ne)
Slide 22 - Mind map
Wat is een bijwoord?
Slide 23 - Open question
Bijvoeglijk NW
Zegt hoe iets of iemand
is.
de hoge boom
FA: veranderlijk (m/vr/ev/ mv)
une question intéressante
plaats meestal achter zn
Bijwoord
Zegt hoe iets of iemand
werkt
de pen schrijft groot
Fa: onveranderlijk, eindig vaak op -ment
plaats meestal achter ww
répondre joliment
Slide 24 - Slide
a. stellende trap
blijft op "hetzelfde niveau"
ma soeur est aussi grande que moi
tu travailles aussi bien que moi
(voor onregelmatige vormen zie Manuel)
Slide 25 - Slide
b. vergrotende trap
omhoog of omlaag...
let op het blijft een bijv nw of bijwoord qua vorm en plaats
Elle est une fille
plus /moins
intelligente
que
moi
Elle travaille
plus/ moins
sérieusement
que
moi
Slide 26 - Slide
c. overtreffende trap
het meest/ minst van
let op bij het
bijvoeglijk naamwoord:
1. ook het lidwoord verandert (le, la ,les)
2 komt d etrap erachter dan verdubbelt het lidwoord:
Elle est
la
fille
la plus
sérieuse
de
la classe
Slide 27 - Slide
rare jongens
BN
bon(ne)(s)
meilleur (e)(s)
le,la,les meilleur(e)(s)
goed, beter, best..
BW
bien
mieux
le mieux
Slide 28 - Slide
mijn beste vriendin
A
ma meilleur ami
B
mon meilleure amie
C
ma mieuxe copine
D
ma meilleure copine
Slide 29 - Quiz
het minder belangrijke huiswerk
A
les moins importants devoirs
B
le devoir le moins important
C
les devoirs moins importants
D
les devoirs les moins importants
Slide 30 - Quiz
zij hebben het langst gewerkt
A
ils ont travaille les plus longs
B
ils ont travaillé le plus longtemps
C
ils ont travaillés les plus longuement
D
elle a travaillé la plus longue
Slide 31 - Quiz
de gevaarlijkste streek
A
la plus dangereuse région
B
la région plus dangereuse
C
la région la plus dangereuse
D
la région la plus dangereusement
Slide 32 - Quiz
Ik begrijp het probleem het best
A
le comprends le meilleur problème
B
je comprends le problème le meilleur
C
Je comprends le mieux le problème
D
Je comprends le problème mieux
Slide 33 - Quiz
zij rijdt even langzaam als ik
A
Il roule aussi lentement de moi
B
elle roule aussi lente que moi
C
elles roulent aussi lents que moi
D
elle roule aussi lentement que moi
Slide 34 - Quiz
2. (onregelm) werkwoorden
vertaal de werkwoorden
in het Nederlands
Slide 35 - Slide
welke tijd is dit?
nous rendrons votre argent
A
présent
B
imparfait
C
futur
D
futur du passé
Slide 36 - Quiz
en hier?
j'oubliais la réponse
A
imparfait
B
futur
C
futur du passé
D
passé composé
Slide 37 - Quiz
vertaal in het Frans
wij namen
A
nous prendrions
B
on prenait
C
nous prennions
D
on prendrait
Slide 38 - Quiz
U zou vergeten
A
vous oubliiez
B
vous oublissiez
C
vous oublierez
D
vous oublieriez
Slide 39 - Quiz
Zij zijn naar beneden gegaan
A
Elles sont descendrées
B
Elles ont descendues
C
Ils sont descendus
D
Elle est descendue
Slide 40 - Quiz
vertaal nu in het Frans
Slide 41 - Slide
Geef van elke categorie
werkwoorden één opletter
Slide 42 - Mind map
verzoekjes?
Slide 43 - Slide
More lessons like this
Les comparaisons GA3
May 2023
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
h4 le 30 janvier u3
January 2023
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Klas 4 - Chapitre 1 - Grammaire C - Les comparaisons
October 2024
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Unité 5 grammaire LS
May 2023
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Répétition du comparatif et explication du superlatif
May 2024
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
De Vergrotende en Overtreffende Trap in het Frans
January 2024
- Lesson with
15 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
GL ED5 4H CH1 gram C - 1
October 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Leçon 11 - Grammaire C
November 2023
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4