This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Staal groep 8 blok 5 week 4 les 3
Slide 1 - Slide
het dictee 1.
Slide 2 - Open question
het dictee 2.
Slide 3 - Open question
het dictee 3.
Slide 4 - Open question
het dictee 1
Slide 5 - Open question
het dictee 2.
Slide 6 - Open question
Hoe zat het ook alweer met zinsdelen?
Slide 7 - Slide
Hoe zat het ook alweer met zinsdelen?
Slide 8 - Slide
De vorige twee weken hebben we het meewerkend voorwerp behandeld.
Dat vond je door de vraag te stellen:
Aan of voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
Voorbeeld:
De juf gaf haar een compliment.
gezegde: gaf
onderwerp: de juf (Wie gaf?)
lijdend voorwerp: een compliment (Wat gaf de juf?)
meewerkend voorwerp: haar (Aan wie gaf de juf een compliment)
Slide 9 - Slide
Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.
Wat is het meewerkend voorwerp van de derde zin?
Slide 10 - Open question
In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden. Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw. Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.
Wat is de bepaling van tijd van de derde zin?
Slide 11 - Open question
In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden. Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw. Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.
Wat is de bepaling van plaats van de derde zin?
Slide 12 - Open question
In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden. Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw. Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.
Wat is het telwoord in de eerste zin?
Slide 13 - Open question
In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden. Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw. Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.
Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in de eerste zin?
Slide 14 - Open question
In die Griekse tempel staan drie marmeren beelden. Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw. Wijze filosofen hebben destijds in de zuilengalerij burgers onderwijs gegeven.
Wat voor soort woord is 'zuilengalerij' ?
Slide 15 - Open question
Welk woord is een persoonlijk voornaamwoord?
A
mijn
B
mij
C
maar
D
met
Slide 16 - Quiz
Welk woord is een voegwoord?
A
mijn
B
mij
C
maar
D
met
Slide 17 - Quiz
Welk woord is een bezittelijk voornaamwoord?
A
mijn
B
mij
C
maar
D
met
Slide 18 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
In de botanische tuin liet de meester ons de giftige planten zien.
A
liet
B
de meester
C
ons
D
de giftige planten
Slide 19 - Quiz
Wat is het onderwerp?
In de botanische tuin liet de meester ons de giftige planten zien.
A
liet
B
de meester
C
ons
D
de giftige planten
Slide 20 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp?
In de botanische tuin liet de meester ons de giftige planten zien.
A
liet
B
de meester
C
ons
D
de giftige planten
Slide 21 - Quiz
Wat is het meewerkend voorwerp?
In de botanische tuin liet de meester ons de giftige planten zien.