blok 5 week 4 les 4

vinden
t.t........jij een schoon milieu belangrijk?
1 / 22
next
Slide 1: Open question
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

vinden
t.t........jij een schoon milieu belangrijk?

Slide 1 - Open question

smoezen
t.t. Ik..........met jou.

Slide 2 - Open question

geloven
v.t. Ik...........jou.

Slide 3 - Open question

aanvaarden
v.t. Ik..........de consequentie.

Slide 4 - Open question

nakijken
Ik heb het werk...............

Slide 5 - Open question

verhuizen
Wij zijn naar een andere woning........

Slide 6 - Open question

nakijken
bn Het..........werk

Slide 7 - Open question

onthouden
b.n. De .............tekst

Slide 8 - Open question

In de Griekse tempel staan drie marmeren beelden. Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw. Voorzetsels (2x)

Slide 9 - Open question

In de Griekse tempel staan drie marmeren beelden. Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw. zelfstandige naamwoorden (4x)

Slide 10 - Open question

In de Griekse tempel staan drie marmeren beelden. Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw. telwoord (1x)

Slide 11 - Open question

In de Griekse tempel staan drie marmeren beelden. Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw. stoffelijk bijvoeglijk naamwoord (1x)

Slide 12 - Open question

In de Griekse tempel staan drie marmeren beelden. Het religieuze gebouw stamt uit de zevende eeuw. rangtelwoord (1x)

Slide 13 - Open question

Ik heb dit in het geschiedenisboek gelezen, omdat hierover morgen een toets is. (hulpwerkwoord 1x)

Slide 14 - Open question

Ik heb dit in het geschiedenisboek gelezen, omdat hierover morgen een toets is. (voltooid deelwoord 1x)

Slide 15 - Open question

Ik heb dit in het geschiedenisboek gelezen, omdat hierover morgen een toets is. (persoonlijk voornaamwoord 1x)

Slide 16 - Open question

Ik heb dit in het geschiedenisboek gelezen, omdat hierover morgen een toets is. (voegwoord1x)

Slide 17 - Open question

De auteur heeft het verhaal aan zijn vader opgedragen. (persoonsvorm 1x)

Slide 18 - Open question

De auteur heeft het verhaal aan zijn vader opgedragen. (werkwoordelijk gezegde 2x)

Slide 19 - Open question

De auteur heeft het verhaal aan zijn vader opgedragen. (onderwerp)

Slide 20 - Open question

De auteur heeft het verhaal aan zijn vader opgedragen. (lijdend voorwerp)

Slide 21 - Open question

De auteur heeft het verhaal aan zijn vader opgedragen. (meewerkend voorwerp)

Slide 22 - Open question