Herhaling hoofdstuk 4


Aardolie, aardgas en steenkool zijn voorbeelden van primaire energiebronnen
A
waar
B
niet waar
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Aardolie, aardgas en steenkool zijn voorbeelden van primaire energiebronnen
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quiz


Duurzame energiebronnen brengen koolzuurgas in de lucht
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz


Voorbeelden van duurzame energiebronnen zijn o.a. de wind, waterkracht, biomassa en de zon.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz


Bij het ontstaan van steenkool, aardgas en aardolie was de toename van druk en temperatuur van belang
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz


Het is heel makkelijk om te voorspellen wanneer de fossiele brandstoffen op zijn
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz


Steenkool levert bij verbranding meer energie dan bruinkool
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz


Geothermische energie is warmte die te vinden is vanaf een diepte van 100 meter
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz


Bij het verbranden van biomassa komt geen koolstofdioxide vrij.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz


Zonnepanelen zijn apparaten die het zonlicht omzetten in warm water
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz


Bij de klimaattop in Parijs (2015) besloten 195 landen dat de temperatuurstijging op aarde maximaal 2,5 graden celsius mag zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz


In Nederland wordt aardolie op het vasteland en in de (bodem van) de Noordzee gewonnen
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz


Groene energie is goedkoper dan grijze energie
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz


Het transport van fossiele brandstoffen kan zorgen voor vervuiling.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz


De nadelen van windmolenenergie is horizonvervuiling, geluidsoverlast en aanvaring met vogels
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Welke beschrijving past bij een geothermische centrale?
A
een elektriciteitscentrale waar aardwarmte gemaakt wordt om stroom mee te produceren
B
een elektriciteitscentrale waar aardwarmte wordt omgezet in een brandstof voor duurzame auto’s
C
een elektriciteitscentrale waar elektriciteit wordt opgewekt door gebruik te maken van aardwarmte
D
een elektriciteitscentrale waar verbranding van de energiebron onder het aardoppervlak plaatsvindt

Slide 15 - Quiz

Welk van de onderstaande maatregelen helpt om de Nederlandse energievoorziening te verduurzamen?
A
Alle werkende Nederlanders mogen met 40% korting reizen met het openbaar vervoer.
B
De belasting op het rijden van dieselauto’s gaat omlaag.
C
Eigenaren van zonnepanelen ontvangen vanaf 2022 een lager bedrag voor de stroom die ze zelf aan het elektriciteitsnet leveren.
D
Er wordt toestemming verleend voor de bouw van een olieraffinaderij.

Slide 16 - Quiz

Welke van de volgende opmerkingen is juist?
A
Nederland heeft genoeg aardgas voor de komende honderd jaar.
B
Door technische vernieuwingen is het energiegebruik van de meeste Nederlanders de laatste twintig jaar licht afgenomen.
C
Op dit moment is tien procent van het Nederlandse energiegebruik afkomstig van hernieuwbare energiebronnen.
D
In de Nederlandse bodem bevinden zich aardolie, aardgas en steenkool.

Slide 17 - Quiz

Welke opmerking is juist?
A
De belangrijkste energiebron in Frankrijk is kernenergie.
B
De stroomvoorziening in Frankrijk is duurzamer dan die in Nederland.
C
De hoeveelheid opgewekte duurzame energie in Frankrijk neemt de laatste jaren af.
D
Geen van de genoemde opmerkingen is juist

Slide 18 - Quiz

Wat is het belangrijkste kenmerk van hernieuwbare energiebronnen?
A
Ze leveren veel energie.
B
Ze raken nooit op.
C
Ze stoten veel CO2 uit.
D
Ze zijn kort geleden ontdekt.

Slide 19 - Quiz

Wat is in zowel Nederland als Frankrijk een veel genomen maatregel om duurzame energie te
stimuleren?

A
aanleg van meer waterkrachtcentrales
B
gebruik van kernenergie verbieden
C
meer kolencentrales (zie plaatje) bouwen
D
subsidies op groene energie

Slide 20 - Quiz

Maak de juiste combinaties door te slepen:
aardgas
geothermische centrale
plantenresten
radioactief
stroomproductie
aardwarmte
biomassa
kernenergie
uitputbare energie
waterkracht

Slide 21 - Drag question