Les 8 - 13/17 - 06

BIENVENIDOS
¿Qué día es?
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

BIENVENIDOS
¿Qué día es?

Slide 1 - Slide

Planificación
Los deberes

Tarea 3
Aanwijzend voornaamwoorden
ejercicios
Fin de tarea 3

Empezamos con tarea 4
ejercicios
deberes 

GPL-Tool

15 min

 
10 min
12 min



10 min
10 min

5 min

Slide 2 - Slide

Los deberes
LE 3.10, 3.12, 3.18
LEREN WERKWOORDEN!

Slide 3 - Slide

LLEVAR
LLAMARSE
SER
TENER
ESTAR

HABLAR
COMER
VIVIR
Spinner wheel

Slide 4 - Slide

3.10
a. es, tiene
b. es, lleva
c. tiene
d. llevan
e. son
f. soy
3.12
3.18
a. tenemos   b. son     c. es
d. tengo    e. son    f. tiene      g. tienen

Slide 5 - Slide

Tarea 3 - aspecto físico

- ik kan het uiterlijk van iemand beschrijven
- ik kan het karakter van iemand beschrijven
- ik ken de aanwijzende voornaamwoorden in het Spaans en ik kan ze gebruiken

Slide 6 - Slide

Eigenschappen
als je een mindere eigenschap van iemand beschrijft dat zet je er in het Spaans un poco voor

un poco delgado  -- een beetje dun
un poco joven -- een beetje jong
un poco feo -- een beetje lelijk

Slide 7 - Slide

Aanwijzende voornaamwoorden
Een aanwijzend voornaamwoord verwijst naar het zelfstandig naamwoord.

Bij het gebruiken we: dit / dat
Bij de gebruiken we: deze / die

Slide 8 - Slide

Aanwijzende vnm
Als we willen verwijzen naar een zelfstandig naamwoord, dan kan dit in het Spaans 
op 3 manieren.

1. Voor de spreker dichtbij aquí
2. Voor de spreker in de buurt ahí
3. Voor de spreker ver weg allí

Slide 9 - Slide

Vorm
De aanwijzende vnm. veranderen mee 
in vorm en aantal

mannelijk/vrouwelijk
enkelvoud/meervoud

Slide 10 - Slide

Aanwijzende vnw.
aquí
(dichtbij)
ahí
(gemiddeld)
allí
(ver weg)
este

ese

aquel
esta

esa

aquella
estos

esos

aquellos
estas

esas

aquellas
enkelvoud                meervoud

Slide 11 - Slide

Aanwijzende vnm.
Het aanwijzend voornaamwoord kan ook het zelfstandig naamwoord vervangen

¿Tienes mi libro de historia?
- No, tengo este (libro -->)

Slide 12 - Slide

LET OP

De aanwijzende voornaamwoorden
esto / eso / aquello
worden gebruikt om naar iets te verwijzen wat niet bekend is 
óf waarover in algemene zin wordt gesproken.
MAAR: nooit om naar personen te verwijzen!
¡OJO!

Slide 13 - Slide

Opdracht 
Vul de juiste aanwijzende voornaamwoorden in
 ……… bolígrafo (dichtbij)
 ……… profesoras (dichtbij)
 ……… chicas (gemiddeld)
 ……… lapices (ver weg)
 ……… armario (gemiddeld)
 ……… libro (dichtbij)
 ……… alumno (ver weg)

Slide 14 - Slide

A trabajar
LA página 53 

haz los ejercicios 5 y 6
timer
7:00

Slide 15 - Slide

respuestas
ejercicio 5
a. Esas mujeres están muy nerviosas.
b. Este alumno es un poco hablador.
c. Aquellos hombres tienen los ojos azules.
d. Aquella señora es muy mayor.

ejercicio 6
a. Estas – aquellas
b. Estos 
(que tienes en la mano =
 die je in je hand hebt)
c. Esta
d. Aquellas
e. Ese


Slide 16 - Slide

Tarea 3 - aspecto físico

- ik kan het uiterlijk van iemand beschrijven
- ik kan het karakter van iemand beschrijven
- ik ken de aanwijzende voornaamwoorden in het Spaans en ik kan ze gebruiken

Slide 17 - Slide

Tarea 4
- ik heb de vervoegingen van de werkwoorden herhaald 
en ik ken ze

- kan ik een persoon beschrijven:
uiterlijk / karakter / kleding

Slide 18 - Slide

Vul aan in je schrift
Los verbos
moduleboekje pág 45, haz el esquema
ejercicio

Slide 19 - Slide

timer
5:00

Slide 20 - Slide

¿Qué aprendiste hoy?
Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 21 - Open question

Hasta la próxima vez

Slide 22 - Slide