Thema 2 voortplanting en ontwikkeling

samenvatting
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

samenvatting

Slide 1 - Slide

inwendige geslachtsorganen (man)
In de balzak liggen de teelballen. In de teelballen worden zaadcellen gemaakt. 

Zaadcellen bestaan uit een zweepstaart om zich voort te bewegen. In de kop ligt de erfelijke informatie die doorgegeven wordt.

Slide 2 - Slide

inwendige geslachtsorganen (man)
Zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de bijbal.

De zaadleiders vervoeren de zaadcellen richting de prostaat.

De prostaat en het zaadblaasje voegen vocht toe aan de zaadcellen. We noemen dit nu sperma.

Slide 3 - Slide

inwendige geslachtsorganen (man)
De zaadleiders lopen nadat er vocht toegevoegd is over in de urinebuis

De Urinebuis vervoert sperma maar kan ook urine vervoeren vanuit de urineblaas.

Bij een zaadlozing vervoert de urinebuis sperma uit het lichaam.

Slide 4 - Slide

uitwendige geslachtsorganen (man)
De urinebuis loopt door de penis. 
In de penis zitten zwellichamen die zich kunnen vullen met bloed. Zijn zij gevuld dan heb je een erectie.

Aan het uiteinde van de penis zit de eikel. Hier zitten veel zenuwuiteinde en is dan ook gevoelig. 

Slide 5 - Slide

geslachtsgemeenschap
Bij geslachtsgemeenschap heb je sex. 

Door het bewegen wordt de penis gestimuleerd en kan je klaarkomen of een orgasme krijgen.

Je hebt niet altijd een ander nodig om klaar te komen je kan dit ook alleen doen dit noemen we masturbatie.

Slide 6 - Slide

inwendige geslachtsorganen (vrouw)
In de eierstokken vindt de ontwikkeling van eicellen plaats. 

Vanaf de geboorte zijn alle cellen die zich ontwikkelen tot eicel al aanwezig. 
De cellen liggen in blaasjes die uit meerdere cellen bestaan dit noemen we follikels.

Eicellen komen vrij vanaf de puberteit tot de overgang.

Slide 7 - Slide

inwendige geslachtsorganen (vrouw)
Bij een vrouw komt gemiddeld 1 follikel per 4 weken vrij. 

Een rijpe follikel neemt veel vocht op waardoor hij openbarst.  We noemen dat openbarsten een ovulatie.
De opengebarsten Follikel blijft dan in de eierstok achter we noemen dit het gele lichaam.
De eileider vangt de eicel op

Slide 8 - Slide

inwendige geslachtsorganen (vrouw)
De eileiders vervoeren de eicellen richting de baarmoeder (als hij bevrucht is).  Eicellen kunnen namelijk niet zelf bewegen.
onbevruchte eicellen worden afgebroken in de eileider.

Bij geslachtgemeenschap kan sperma in de vagina (schede) komen. De zaadcellen bewegen dan met hun zweepstaart richting de baarmoeder en eileider. 

1 zaadcel kan 1 eicel bevruchten. 

De wand van de baarmoeder is een dikke spierlaag en is bedekt met slijmvlies. Dit slijmvlies is het "nestmatriaal" voor een bevruchten eicel.





Slide 9 - Slide

uitwendige geslachtsorganen (vrouw)
De meeste vrouwen kunnen klaarkomen (orgasme) door het stimuleren van de clitoris. De clitoris is dus erg gevoelig. 

De clitoris ligt vooraan tussen de kleine schaamlippen. De urinebuis komt achter de clitoris uit. 

De kleine schaamlippen produceren slijm (natuurlijk glijmiddel) we noemen dit vaginale vocht.

Slide 10 - Slide

uitwendige geslachtsorganen (vrouw)
Om de kleine schaamlippen liggen de grote schaamlippen. 

De vagina is aan de binnenkant bekleed met slijmvlies. 

Aan het begin van de vagina vormt dit slijmvlies een plooi dit heet het maagdenvlies. Dit kan bij de eerste keer geslachtgemeenschap inscheuren (dit is niet bij alle vrouwen zo!)

Slide 11 - Slide

geslachtelijke voortplanting
Mensen planten geslachtelijk voort. Dit betekend dat er 2 mensen nodig zijn namelijk een man en een vrouw.

Bij bevruchting smelten de kern van de eicel en zaadcel samen. 

De zaadcel heeft 23 chromosomen.
De eicel heeft 23 chromosomen.
Samen dus 46 chromosomen --> 23 paar!

Slide 12 - Slide

mitose
normale celdeling noemen we mitose.

Mitose gebeurt in de lichaamscellen.
moedercel : 46 chromosomen
dochtercel : 46 chromosomen

Slide 13 - Slide

meiose
De geslachtscellen bevatten maar de helft van de chromosomen.

Door reductiedeling (meiose) ontstaan er cellen met 23 chromosomen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

geslachtskenmerken
Vanaf je geboorte zijn je primaire geslachtskenmerken al zichtbaar. 

primaire geslachtskenmerken: penis, balzak, schaamlippen en vagina.

In de puberteit ontwikkelen de secundaire geslachtskenmerken

Secundaire geslachtskenmerken: borsten, schaamhaar, spieren, ronde vormen en stem

Slide 16 - Slide

hormonen
Hormonen regelen allemaal processen in je lichaam.

Hormonen worden geproduceerd door hormoonklieren.

Hormoonklieren geven hormonen af aan het bloed.

De hypofyse is een belangrijke hormoonklier

Slide 17 - Slide

hypofyse
De hypofyse produceert vanaf de puberteit hormonen die de werking van de teelballen en eierstokken regelen.

jongens--> zorgt voor productie zaadcellen, mannelijk geslachtshormoon (testosteron)

meisjes --> zorgt voor het rijpen van follikels en dus de ovulatie, vrouwelijke geslachtshormoon (oestrogenen)

Slide 18 - Slide

menstruatiecyclus

1 cyclus duurt 4 weken (28 dagen)

Dag 1 cyclus: start menstruatie (ongesteldheid), De hypofysehormomen zorgen voor rijping follikel. Oestrogeen zorgt voor het weer dikker worden van het baarmoederslijmvlies.

dag 14: ovulatie. De follikel barst open en de eicel komt in de eileider. De follikel blijft achter in de eierstok en wordt het gele lichaam


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

belangrijke extra opmerkingen
--> SOA'S

-->geboorteregeling

Slide 23 - Slide