Les 4a: Activiteit plannen en voorbereiden

Activiteit plannen en voorbereiden
1 / 18
next
Slide 1: Slide
MediawijsheidBasisschoolGroep 8

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Activiteit plannen en voorbereiden

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les weet je meer over:
Wat er in een draaiboek uitvoering moet staan.
Hoe je een draaiboek uitvoering maakt.
Wat scrummen is.
Wat jouw kwaliteiten zijn.
Wat er in een draaiboek nazorg moet staan.




Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Uitleg draaiboek.
Uitleg scrummen.
Eigen karakterschappen herkennen.
Zelf aan de slag.

Slide 3 - Slide

Waarvoor heb je een draaiboek nodig?

Slide 4 - Mind map

Waarom is een draaiboek handig?
  • Je weet wat iedereen doet en welke taak hij heeft.
  • Je weet wat je van tevoren moet aanschaffen/ bestellen.
  • Je weet precies de hoeveelheid mensen die komen.
  • Je weet de doelgroep.
  • Je weet hoelang de voorbereiding duurt
  • Je weet wie de uitvoering doen en wie het organiseert.
  • Je weet de plaats en datum.

Slide 5 - Slide

Wat weten jullie over scrummen?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

Scrummen
Keuze: Je wordt gekozen om iets wat je kunt.
Waardering: je wordt gezien om wat je kunt.
Hulp: Elk teamlid is anders en dus kun je elkaar bij verschillende dingen helpen.
Resultaten: Je vult elkaar aan, dus je eindproduct is beter.
Leren: Je leert van elkaar kwaliteiten en ontwikkelt jezelf
Plezier: Je leert nieuwe mensen kennen en krijgt meer respect voor verschillen.

Slide 8 - Slide

jullie krijgen dit blad

Slide 9 - Slide

Ken je kwaliteiten
Bekijk de kaart en kies de karakter eigenschappen die bij jou past. 

Let op: als je een karaktereigenschap kiest, kan je team erop rekenen dat je deze kwaliteiten gaat inzetten voor je team.
Ken je een woord niet? Vraag het.

Slide 10 - Slide

Zelf aan de slag
Julie krijgen
dit blad.

Slide 11 - Slide

Jullie eigen evenement
- Schrijf alle acties wat gedaan moet worden voor jullie evenement op een geeltje. Let op, op elk geeltje komt 1 actie te staan.
- Alle geeltjes zet je links onder de opdrachten to do.
- Naar aanleiding van jullie karaktereigenschappen gaan jullie nu de acties verdelen, schrijf bij een actie jullie naam. Soms moet je acties met meerdere personen uitvoeren.
- Begin met acties die als eerste gedaan moeten worden. 
- Ben je ergens mee bezig dan plak je het bij doing, ben je met een actie klaar dan plak je het bij done. Zorg dat het netjes blijft en er geen geeltjes afvallen. Aan het eind van de week gaan jullie steeds kijken wat iedereen deze week gedaan heeft en waar de volgende week nog aandacht aan geschonken moet worden. 


Slide 12 - Slide

taken                                  to do                             doing                         done

draaiboek maken

Slide 13 - Slide

Draaiboek uitvoering

Deze maak en gebruik je voor de activiteiten op de dag van uitvoering zelf.
Logische volgorde en overzicht

Voorbeeld van taken:
     -inrichting ruimtes
     -opening, welkom
     -begeleiding
     -afronding



Slide 14 - Slide

Draaiboek uitvoering

In een overzichtelijk schema zet je:
  • Wat er gebeurt
  • Wat je nodig hebt
  • Wanneer en op welke tijd iets plaats vindt
  • Wie er bij betrokken zijn
  • Waar iets gebeurt
  • Extra informatie of aantekeningen


Slide 15 - Slide

Taakverdeling

Taakverdeling:
  • Taakverdeling voorbereiding
  • Taakverdeling uitvoering

Taakverdeling uitvoering draaiboek:
Goed letten op:
  • Beschikbaarheid medewerkers
  • Bevoegdheden medewerkers
  • Bekwaamheden medewerkers
Tip: kijk goed naar wat iemands kwaliteiten zijn


Slide 16 - Slide

Draaiboek nazorg

Werkzaamheden die na afloop activiteit nog verricht moeten worden.

Voorbeelden zijn:
  • Opruimen en schoonmaken
  • Gehuurde materialen terugbrengen
  • Evalueren
  • Medewerkers/sponsoren bedanken
  • Rekeningen betalen die nog niet zijn betaald
  • Bedankje regelen/uitdelen


Slide 17 - Slide

Evaluatie
  • Hoe ging het om eigen karaktereigenschappen  te bedenken?
  • Wat vond jij moeilijk?
  • Wie heb je om hulp gevraagd?


Slide 18 - Slide