1.3 Weet je het nog? - PV en tijdproef

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.3 Weet je het nog? Pv en tijdproef.
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.3 Weet je het nog? Pv en tijdproef.
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 19.


Huiswerk controle:
1.2 opdracht 1 t/m 7

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel & leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
    - kun je de persoonsvorm in een zin vinden. 
    - weet je wat de tijdsproef is.
    - kun je de tijdsproef toepassen.
    - weet je welke drie soorten werkwoorden er zijn.

    Leergebiedoverstijgende doelen: 

    Slide 3 - Slide

    3. Mini-check + arrangementen
    Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Gwen




    De rest doet mee met de mini-check op Lesson Up. 
    Verdiept arrangement maakt: 
    1.3 Weet je het nog? Pv en tijdproef
    Opdracht 1 t/m 5 op blz. 19 t/m 21

    Slide 4 - Slide

    De persoonsvorm is altijd een ...
    A
    zelfstandig naamwoord
    B
    bijvoeglijk naamwoord
    C
    lidwoord
    D
    werkwoord

    Slide 5 - Quiz

    "Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin."
    De persoonsvorm is:
    A
    kinderen
    B
    vinden
    C
    persoonsvorm
    D
    deze

    Slide 6 - Quiz

    Wat is de tijdproef?
    A
    De persoonsvorm
    B
    Je verandert de tijd in een zin om de persoonsvorm te vinden
    C
    Het onderwerp
    D
    Je verandert de zin van meervoud naar enkelvoud of andersom

    Slide 7 - Quiz

    Doe de tijdproef:
    Zaterdag begint het weekend.
    A
    Begint zaterdag het weekend?
    B
    Zaterdag is het weekend begonnen.
    C
    Zaterdag begon het weekend.
    D
    Zaterdag werd het weekend.

    Slide 8 - Quiz

    Wie maakt wat? 
    Had je alle vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 



    De rest doet mee met de instructie. 
    Je maakt:
    1.3 Weet je het nog? PV en tijdproef
    Opdracht 1 t/m 5 op blz. 19 t/m 21

    Slide 9 - Slide

    4. Instructie

    Slide 10 - Slide

    Tijdproef
    - Je gebruikt de tijdproef om de persoonsvorm in een zin te veranderen. 
    - Zet je een zin in een andere tijd, dan is het werkwoord wat zich aanpast de persoonsvorm.

    Slide 11 - Slide

    Slide 12 - Video

    Gebruik de tijdproef (schrijf de hele zin op)

    Ik fietste naar mijn oma's huis.

    Slide 13 - Open question

    Gebruik de tijdproef (schrijf de hele zin op)

    Ik vind Nederlands een leuk vak.

    Slide 14 - Open question

    3 vormen werkwoorden
    Vorm 1: de persoonsvorm
    Het werkwoord dat verandert wanneer je de tijdproef toepast.

    Vorm 2: hele werkwoord
    bijvoorbeeld: lopen, fietsen, rennen, rijden, tekenen, leren.

    Vorm 3: voltooid deelwoord
    bijvoorbeeld: gelopen, gefietst, gereden, geopend

    Slide 15 - Slide

    In welke werkwoordsvorm staat het werkwoord in hoofdletters?

    Mijn moeder heeft gisteren de auto in de sloot GEREDEN.


    A
    persoonsvorm
    B
    voltooid deelwoord
    C
    hele werkwoord

    Slide 16 - Quiz

    In welke werkwoordsvorm staat het werkwoord in hoofdletters?

    Ik STA te wachten op de bus bij de bushalte.

    A
    persoonsvorm
    B
    voltooid deelwoord
    C
    hele werkwoord

    Slide 17 - Quiz

    In welke werkwoordsvorm staat het werkwoord in hoofdletters?

    De burgemeester zal vandaag het nieuwe schoolgebouw OPENEN.
    A
    persoonsvorm
    B
    voltooid deelwoord
    C
    hele werkwoord

    Slide 18 - Quiz

    5. Begeleid inoefenen
    Vind je het nog lastig? Dan maken we samen opdracht 1. 

    De rest gaat zelfstandig aan het werk. 

     
    Je maakt:
    1.3 Weet je het nog? Pv en tijdproef
    Opdracht 1 t/m 5 op blz. 19 t/m 21

    Slide 19 - Slide

    6. Zelfstandig werken
    Je maakt zelfstandig paragraaf 1.3 opdracht 1 t/m 5 op blz. 19 t/m 21.


    Ben je klaar? 
    Dan kijk je de opdrachten na en verbeter je waar nodig. 
    Hierna ga je in stilte een boek of tijdschrift lezen.

     
    timer
    1:00

    Slide 20 - Slide

    7. Evaluatie
    Hoe ging de les?
    Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

    Lesdoelen: 
    - kun je de persoonsvorm in een zin vinden?
    - weet je wat de tijdsproef is?
    - kun je de tijdsproef toepassen?
    - weet je welke drie soorten werkwoorden er zijn?

    Slide 21 - Slide

    8. Huiswerk & Toetsen
    Huiswerk: 

    Maandag 19 september
    1.3 opdracht 1 t/m 5
    Toetsen: 

    Geen

    Slide 22 - Slide