Grammatica les 1 (opdr. 1 tm 5) (RvL)

Blok 1 Grammatica
Boek: blz. 19 t/m 21
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Blok 1 Grammatica
Boek: blz. 19 t/m 21

Slide 1 - Slide

lesdoelen
In dit blok herhaal je wat je vorig jaar hebt geleerd.
Aan het einde van deze les kun je:
- werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd zetten.
- de persoonsvorm benoemen in een zin.
- het bouwplan van een zin maken.
- uitleggen wat een persoonsvorm,heel werkwoord en een voltooid deelwoord is.

Slide 2 - Slide

Zoek de PV 
Om de PV (persoonsvorm) te vinden kun je twee dingen doen: 

1) Maak van de zin een vraagzin. 
2) Zet de zin in een andere tijd. (= tijdproef) 
voorbeeld:
Wij lopen naar school - Wij liepen naar school 
Lopen verandert in liepen. Lopen is de PV 

Slide 3 - Slide

Je past de tijdsproef toe.
Welke werkwoordsvorm verandert dan?
A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
verleden tijd
D
voltooid deelwoord

Slide 4 - Quiz

Pas de tijdsproef toe:
Ik wandel met mijn hond.
Ik …… met mijn hond.

Slide 5 - Open question

Pas de tijdsproef toe:
Mijn vrienden hadden mij thuis opgehaald.
Mijn vrienden ….. mij thuis opgehaald.

Slide 6 - Open question

De film is nog niet begonnen.

begonnen =
A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
verleden tijd
D
voltooid deelwoord

Slide 7 - Quiz

De burgemeester zal morgen de nieuwe sporthal openen.
openen =

A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
tegenwoordige tijd
D
voltooid deelwoord

Slide 8 - Quiz

Wij maken ons huiswerk na schooltijd.
maken =
A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
tegenwoordige tijd
D
voltooid deelwoord

Slide 9 - Quiz

Wij zullen ons huiswerk na schooltijd maken.
'Maken' is in deze zin een heel werkwoord.
Leg uit waarom.

Slide 10 - Open question

Huiswerk
maken:  
opdr. 1 t/m 5    (blz. 20 - 21)

Slide 11 - Slide