3.3 Grammatica

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Staat de volgende zin in de directe of indirecte rede?

Dave zei: 'Ik ben verliefd!'
A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 5 - Quiz

Staat de volgende zin in de directe of indirecte rede?
En de dwergen zeiden dat ze heel goed op Sneeuwwitje zouden passen.






A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Mijn vriend wordt leraar.

A
Naamwoordelijk gezegde
B
Werkwoordelijk gezegde

Slide 13 - Quiz

We hebben echt heerlijk gegeten!
A
Naamwoordelijk gezegde
B
Werkwoordelijk gezegde

Slide 14 - Quiz

Sommige leerlingen zijn daarom boos.
A
Naamwoordelijk gezegde
B
Werkwoordelijk gezegde

Slide 15 - Quiz

Een ng heeft altijd een
A
naamwoordelijk deel
B
een werkwoordelijk deel
C
een zelfstandig naamwoord
D
een naamwoordelijk en een werkwoordelijk deel

Slide 16 - Quiz

Wat houdt het naamwoordelijk gezegde in?
A
koppelwerkwoord + naamwoordelijk deel + werkwoordelijk deel
B
koppelwerkwoord + naamwoordelijk deel
C
koppelwerkwoord + werkwoordelijk gezegde
D
alle werkwoorden in de zin

Slide 17 - Quiz

Nijlpaarden zijn gevaarlijk.

zijn gevaarlijk = ...
A
naamwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk deel
C
persoonsvorm
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 18 - Quiz

De pubers zijn verliefd geworden.
ng =

Slide 19 - Open question

zijn verliefd geworden
werkwoordelijk deel =

Slide 20 - Open question

zijn gevaarlijk
naamwoordelijk deel =

Slide 21 - Open question