5H Beco H30

29.12
Betalingen aan crediteuren komen op de ...(1). Inkoopwaarde van de omzet komt op de ...(2)
A
1> Liquiditeitsrekening 2> Liquiditeitsrekening
B
1> Liquiditeitsrekening 2> Resultatenrekening
C
1> Resultatenrekening 2> Liquiditeitsrekening
D
1> Resultatenrekening 2> Resultatenrekening
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

29.12
Betalingen aan crediteuren komen op de ...(1). Inkoopwaarde van de omzet komt op de ...(2)
A
1> Liquiditeitsrekening 2> Liquiditeitsrekening
B
1> Liquiditeitsrekening 2> Resultatenrekening
C
1> Resultatenrekening 2> Liquiditeitsrekening
D
1> Resultatenrekening 2> Resultatenrekening

Slide 1 - Quiz

Aflossingen staan ...(1) op de resultatenrekening, omdat het ...(2) kosten zijn
A
1> niet 2> geen
B
1> niet 2> wel
C
1> wel 2> geen
D
1> wel 2> wel

Slide 2 - Quiz

Investeringen staan ...(1) op de resultatenrekening, omdat het ...(2) kosten zijn
A
1> niet 2> geen
B
1> niet 2> wel
C
1> wel 2> geen
D
1> wel 2> wel

Slide 3 - Quiz

Afschrijvingen staan ...(1) op de resultatenrekening, omdat het ...(2) kosten zijn
A
1> niet 2> geen
B
1> niet 2> wel
C
1> wel 2> geen
D
1> wel 2> wel

Slide 4 - Quiz

29.12
Welke posten wel op de liquiditeitsbegroting komen en niet op de resultatenrekening?
A
crediteuren, aflossingen, investeringen, dividend
B
crediteuren, interest, investeringen, tantiemes
C
aflossingen, interest, investeringen, vakantieuitkering
D
crediteuren, sociale lasten, investeringen, vennootschapsbelasting

Slide 5 - Quiz

5H Beco H30

Slide 6 - Slide

Een momentopname van de bezittingen en het vermogen.
Een overzicht van de kosten en opbrengsten in een bepaalde periode.
Resultatenrekening
Balans
stroomgrootheden
voorraadgrootheden

Slide 7 - Drag question

Van beginbalans naar eindbalans

Slide 8 - Slide

Op 1/1/2020 bedraagt het Eigen Vermogen € 80.000,-. De onderneming draait goed en maakt winst. De eigenaar maakt elke maand € 2.000,- over naar zijn prive rekening om zijn woonlasten e.d. te kunnen betalen. Op 31/12/2020 bedraag het Eigen Vermogen € 110.000,-. Wat was het resultaat over 2020?
A
€ 30.000,-
B
€ 6.000,-
C
€ 54.000,-
D
€ 24.000,-

Slide 9 - Quiz

Formules
EVnieuw = EVoud + nettoresultaat - priveopnames + privestortingen 

Nettoresultaat = EVnieuw - EVoud + priveopnames - privestortingen

Slide 10 - Slide

Saldo Resultatenrekening heeft invloed op balanspost Eigen Vermogen

EVnieuw = EVoud +/- saldo Resultatenrekening

Saldo liquiditeitsoverzicht heeft invloed op balansposten Liquide Middelen

Liquide Middelen nieuw = Liquide Middelen oud +/- saldo                                                                                                                                                       Liquiditeitsoverzicht

Slide 11 - Slide

Samenhang 

Slide 12 - Slide

Eindbalans: verbanden activa

Slide 13 - Slide

Gebouwen 1/1 480.000, Gebouwen 31/12 460.000, investering nieuw gebouw 30.000
Wat waren de afschrijvingen?
( punt voor duizendtallen, geen decimalen )

Slide 14 - Open question

Voorraad 1/1 650.000, inkopen 340.000, brutowinst is 40% van de inkoopprijs, verkopen 448.000
Voorraad 31/12? ( alle bedragen al excl. BTW )
( punt voor duizendtallen, geen decimalen )

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Hw.
Groepsopdracht Examenopgave groep 2

Voor nu: werken aan taken!

Hw. voor maandag 16 december
Opgave 30.6
Meenemen deel 1 voor herhaling H5

Slide 25 - Slide