P3Les19 15-03 Resumen Unidad 1

BIENVENIDOS
1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BIENVENIDOS

Slide 1 - Slide

La planificación de esta semana
 

El miércoles: repetir la gramática de unidad 1

El jueves: repetir la gramática de unidad 2

Slide 2 - Slide

La planificación de hoy
Repetir la gramática de unidad 1

Slide 3 - Slide

Gente Joven 3 unidad 1
Resumen

Slide 4 - Slide

Los posesivos tónicos

Slide 5 - Slide

los posesivos tónicos

es mi coche = het is mijn auto
el coche es mío = de auto is van mij
son mis coches = het zijn mijn auto's
los coches son míos = de auto's zijn van mij

es mi mochila = het is mijn rugzak
la mochila es mía = de rugzak is van mij
son mis mochilas = het zijn mijn rugzakken
las mochilas son mías = de rugzakken zijn van mij

Slide 6 - Slide

Praten over gemoedstoestand

Slide 7 - Slide

Iemands karakter omschrijven

Slide 8 - Slide

Iemands karakter omschrijven

Slide 9 - Slide

Iemands karakter omschrijven

Slide 10 - Slide

llevar / llevarse

Slide 11 - Slide

Dejar de + infinitivo
dejar de = stoppen met

Slide 12 - Slide

empezar a + infinitivo
empezar a = beginnen met

Slide 13 - Slide

Convertirse en + zelfst. nw
Convertirse en = veranderen in 

Slide 14 - Slide

Structuurwoorden

Slide 15 - Slide

Het ergens mee (on)eens zijn

Slide 16 - Slide

Persoonlijke relaties. 
We hebben veel zinnetjes geleerd waarmee je kunt aangeven welke relatie mensen met elkaar hebben. 

Zie volgende pagina's

Slide 17 - Slide

Gram. pag. 16: Ze kennen elkaar van
Se ven                                                                                        ver = zien
Se ven al salir del colegio
Ze zien elkaar als ze uit school komen

Se encuentran                                                                       Encontrarse = ontmoeten
Se encuentran en el fútbol
Ze ontmoeten elkaar bij het voetballen

Se conocen                                                                             Conocer = kennen
Se conocen desde pequeños
Ze kennen elkaar van jongs af aan

Slide 18 - Slide

Gram. pag. 16: Hoe ze met elkaar omgaan

Slide 19 - Slide

Gram. pag. 16: Gevoelens voor anderen

Slide 20 - Slide

Gram pag. 17/19 Hablar de la duración
Desde + moment of datum
- Juego al fútbal desde los siete años
          ik voetbal sinds mijn zevende
- Trabajo aquí desde el 15 de septiembre
           ik werk hier sinds 15 september

Slide 21 - Slide

Gram pag. 17/19 Hablar de la duración
Desde hace + periode
- Juego al fútbal desde hace 10 años
          ik voetbal sinds 10 jaar 
- Trabajo aquí desde hace mucho tiempo
           ik werk hier sinds vele jaren

Slide 22 - Slide

Gram pag. 17/19 Hablar de la duración
hace + periode + que + werkwoord
- ¿Cuánto hace que empezó el curso?
          Hoe lang geleden begon de cursus?
- Hace dos semanas (que empezó el curso) 
           Twee weken geleden

Slide 23 - Slide

Gram pag. 17/19 Hablar de la duración
Durante + periode
- ¿Durante cuánto tiempo salisteis?
          Hoe lang zijn jullie weggeweest?
- Durante seis meses 
           Gedurende zes maanden

Slide 24 - Slide

La revista
Lee la revista. Busca las palabras que no conoces

Slide 25 - Slide

El resto del tiempo
Gebruik de rest van de tijd om je achterstanden bij te werken. 
Doorloop de lessen van lessonUp die gaan over unidad 1 door en kijk welke opdrachten je nog niet gemaakt hebt. 

Misschien heb je nog niet alle opdrachten ingeleverd. 

Heb je alles af begin dan met het leren van de toets .

Slide 26 - Slide

Hasta la próxima vez

Slide 27 - Slide