Hoofdstuk 3 Procenten

Welkom bij 

Rekenen
Rekenen
BBL
Paragraaf: 11.1 t/m 11.3
1 / 53
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij 

Rekenen
Rekenen
BBL
Paragraaf: 11.1 t/m 11.3

Slide 1 - Slide

Digitaal/op afstand

Slide 2 - Slide

Camera AAN
- camera aan HELE les
- geluid uit

 Geen camera aan = ABSENT

Slide 3 - Slide

HOE GAAT HET
MET JULLIE ?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

KORTING
KORTING

Slide 6 - Slide

  Hoofdstuk 11     Procenten
11.1 Procenten
11.2 Handige percentages
11.3 Rekenen met procenten
11.4 Verhoging of verlaging met procenten
11.5 Breuken , verhoudingen en procenten
11.6 Gemengde opdrachten

Slide 7 - Slide

Lesdoelen hst 11
  • Je weet wat procenten zijn
  • Je kan rekenen met handige percentages
  • Je kan kan rekenen met procenten

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Maar nu eerst
  • Wat is nu eigenlijk een procent?
  • Waar komt het woord vandaan?
  • Wat hebben breuken en procenten gemeen?

Slide 11 - Slide

Procenten?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video


A
10%
B
20%
C
25%
D
35%

Slide 14 - Quiz

In een verzorgingshuis is 42% van de bewoners vrouw. Hoeveel procent van de bewoners is dan een man?

Slide 15 - Mind map

Voorbeeld

Slide 16 - Slide

Whiteboard

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Mind map

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Verhoudingstabellen en procenten

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Hoeveel?

Slide 24 - Slide

Reken antwoord C uit.

Slide 25 - Mind map

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Hoelang moet de telefoon nog laden voordat hij vol is?

Slide 28 - Mind map

Slide 29 - Link

Even oefenen

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Wat hoort bij elkaar?
10%
100%
1%
korting
rekenen 
met 
procenten
Totaal
  1  
 10
delen
door 
100
bedrag 
eraf 
halen
verhoudings-tabel

Slide 32 - Drag question

Slide 33 - Slide

Je huurt een kamer voor € 250,-.
De prijs gaat omhoog met 5%.
Hoeveel betaal je meer?
A
€ 25,-
B
€ 12,50
C
€ 10,-
D
€ 15,-

Slide 34 - Quiz

Whiteboard

Slide 35 - Slide

Wat is nu een procent? 
Procenten geven een deel van het geheel aan, net als een breuk.

Eén procent (1%) is            van het totaal. 

100% is het totaal.



1001

Slide 36 - Slide

Een percentage berekenen

85 = .. % van 200  
(85=wat en 200= waarvan)

200 is 100% 
hoeveel procent is dan 85? 

 wat : waarvan x 100% 
 85 : 200 x 100 = 42,5%

Slide 37 - Slide

100%
1%
4%
210
-
4%
=
?
:100
x4
210
€2,10
8,40
€201,60

Slide 38 - Drag question

0

Slide 39 - Video

100%
1%
7%
450
-
7%
=
?
Een nieuwe smartwatch kost 450 Euro. 
Ik krijg 7% korting, hoeveel euro is dit?
450
4,50
31,50
418,50
:100
x7

Slide 40 - Drag question


Een nieuwe smartwatch kost 300 Euro. 
Ik krijg 10% korting, hoeveel euro is dit?
A
10
B
15
C
25
D
30

Slide 41 - Quiz


Een jas kostte €50, hij wordt 10% goedkoper
De jas kost nu €40
A
waar
B
niet waar

Slide 42 - Quiz

Procenten, breuken en verhoudingen

Slide 43 - Slide

Wat is de juiste breuk, procent
en verhouding bij het plaatje?

Slide 44 - Open question

Slide 45 - Slide

rekenexamen

Slide 46 - Slide

het rekenexamen
neem mee:
- je studentenpas
- je identiteitsbewijs
- een pen
- een beetje innerlijke rust

Slide 47 - Slide

websites om te oefenen
https://opgavenetalage.facet.onl/facet-opgavenetalage/pages/index.xhtml

https://nielspicard.nl/rekenen/oefenexamen-rekenen-2f-2016-2017/

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video

Huiswerk
Over taal H2: 1 t/m 5

Slide 51 - Slide

Vragen?

Slide 52 - Slide

De les is klaar.

Slide 53 - Slide