hoofdstuk 15

hoofdstuk 15
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

hoofdstuk 15

Slide 1 - Slide

Vragen 
hoofdstuk 12 t/m 14

Slide 2 - Slide

Beroepsbevolking en werkgelegenheid Nederland Werkloosheid in Nederland
Conjuncturele en structurele werkloosheid
Oplossingen werkloosheid
Gespannen arbeidsmarkt

Slide 3 - Slide

Beroepsbevolking

  • mensen die kunnen & willen werken = beroepsbevolking
  • 1. iedereen die nu al werkt; 
  • 2. werklozen horen ook bij beroepsbevolking
  • 3. ze zelfstandige horen er ook bij

Slide 4 - Slide

Werknemers zonder vaste arbeidsduur. Ze hebben wisselende werktijden of werkplekken. Flexwerkers hebben minder zekerheid van inkomen en het behouden van een baan.
Voorbeelden: oproepkrachten, nul-uren contracten, invallers, uitzendkrachten, tijdelijke contracten. Ook ZZP'ers kunnen tot flexwerkers gerekend worden.

Slide 5 - Slide

Deeltijd / Voltijd

Slide 6 - Slide

Waarom liever flexwerkers?

Slide 7 - Slide

Arbeidsjaren
1 arbeidsjaar = 1 voltijd baan
1 arbeidsjaar = 2 deeltijd banen

Met een arbeidsjaar kun je de werkgelegenheid meten

Slide 8 - Slide

Bruto participatiegraad



Netto participatiegraad


Slide 9 - Slide

I/a-ratio







                            Gevolg vergrijzing = stijging i/a-ratio

Slide 10 - Slide

Werkloos
De werkloze beroepsbevolking bestaat uit:
  1. alle 15- tot 75-jarigen die in Nederland wonen
  2. die geen betaald werk hebben
  3. maar wel recent naar werk hebben gezocht
  4. en daarvoor direct beschikbaar zijn

Slide 11 - Slide

Werkloosheidspercentage

    officiële werkloze beroepsbevolking
________________________________________  x 100%
             officiële beroepsbevolking

--->Hoeveel % van de officiële beroepsbevolking is werkloos

Slide 12 - Slide

Vacature 
Als een bedrijf een baan heeft waarvoor iemand wordt gezocht is dat een vacature.

 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Nadelen werkloosheid:


- persoonlijke en sociale onrust
- begrotingstekort overheid
- lagere lonen
- Werkloosheid leidt tot meer werkloosheid

Slide 15 - Slide

samen maken
15.8

Slide 16 - Slide

maken in de les/huiswerk
15.6/15.7/15.9/15.10

Slide 17 - Slide

deel 2
vragen hoofdstuk 12 t/m 14 of deel 1 hoofdstuk 15?

Slide 18 - Slide

Conjuncturele en Structurele Werkloosheid 

conjuncturele werkloosheid: werkloosheid die ontstaat door onderbesteding.

structurele werkloosheid: werkloosheid die wordt bepaald door de aanbodfactoren. 



Slide 19 - Slide

kwantitatieve structurele werkloosheid

Slide 20 - Slide

Kwalitatieve structurele werkloosheid

Slide 21 - Slide

Frictiewerkloosheid
 (valt onder structurele werkloosheid)
Je verliest je baan en zoekt een andere...

Je studeert af en zoekt een baan...

De tijd hiertussen heet frictiewerkloosheid

Slide 22 - Slide

Seizoenswerkloosheid (valt onder structurele werkloosheid)
Werk in alleen bepaalde seizoenen:

Slide 23 - Slide

Oplossingen werkloosheid?

Slide 24 - Slide

Afname conjuncturele werkloosheid
  • Daling belastingen en sociale premies
  • Toename overheidsuitgave
  • Daling rentestand

Slide 25 - Slide

Afname structurele werkloosheid
Daling loonkosten per product
Daling rentestand
Verlening bedrijfstijd (langer produceren)
Bijscholing/omscholing
Verplaatsing overheidsdiensten
Loonkosten subsidies geven`
Meer kinderopvang toeslag



Slide 26 - Slide

Krappe arbeidsmarkt 

Slide 27 - Slide

Ruime arbeidsmarkt

Slide 28 - Slide

Krappe en ruime arbeidsmarkt

Slide 29 - Slide

Vergrijzing
1950
Vergrijzing
2019

Slide 30 - Slide

Samen maken
15.28

Slide 31 - Slide

Maken in de les/huiswerk
15.26/15.27

Slide 32 - Slide