This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
9.6 Bloedtransfusie
Wat wordt gebruikt van donorbloed?
Rode bloedcellen (na ongeluk)
Bloedplasma (bij brandwonden, ernstige infecties)
Bloedplaatjes (bij leukemie)
Slide 1 - Slide
bloedgroepen en transfusies
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Bloedtransfusie
Bloedgroepen
Slide 4 - Slide
Resusfactor
Resusziekte?
Rh- moeder krijgt Rh+ baby
De 2e Rh+ baby wordt door de antistoffen van de moeder aangevallen.
Dit wordt voorkomen door bij bevalling antistoffen in te spuiten
Slide 5 - Slide
Iemand heeft bloedgroep A en wil zijn nier aanbieden aan iemand met bloedgroep B. Dit kan niet omdat?
A
Bloedgroep B bevat anti-A.
B
Bloedgroep B bevat anti-B.
C
Bloedgroep B bevat antigeen-A.
D
Bloedgroep B bevat antigeen-B.
Slide 6 - Quiz
Iemand heeft bloedgroep B. Van welke donor kan deze persoon bloed ontvangen?
A
Van iemand met bloedgroep B
B
Van iemand met bloedgroep B of bloedgroep O
C
Van iemand met bloedgroep B of bloedgroep AB
D
Van iemand met bloedgroep B, AB of O
Slide 7 - Quiz
Welke bloedgroep kan goed doneren?
A
A
B
B
C
AB
D
0
Slide 8 - Quiz
Welke bloedgroep kan van iedereen bloed ontvangen?
A
A
B
B
C
AB
D
O
Slide 9 - Quiz
Welke antistof kan iemand met bloedgroep AB maken?
A
Antistof A
B
Antistof B
C
Antistof A en B
D
Geen antistof
Slide 10 - Quiz
Aan welke bloedgroep kan O geven?
A
A
B
B
C
AB
D
Alle bloedgroepen
Slide 11 - Quiz
Bloedgroep O is een geweldige donor, hij kan aan iedereen doneren omdat:
A
hij geen antistoffen heeft
B
hij geen antigenen heeft
Slide 12 - Quiz
Iemand heeft bloedgroep AB. Van welke bloedgroepen kan deze persoon bloed ontvangen bij een bloedtransfusie (we kijken nu even niet naar de resusfactor).