grammaire: bezittelijk vnw

Plattegrond H1C
Riley
Brady
Lumina
Lila
Minessa
Jahmil
Hugo
Claudio
Kian
Neil
Dario
Dean
Tygo
Jules
Kyan
Rik
Serenity
Marinka
Safae
Yanieck
Morris
Benthe
Jasmijn
Reinder
Stein
Elena
Brett
Docent
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Plattegrond H1C
Riley
Brady
Lumina
Lila
Minessa
Jahmil
Hugo
Claudio
Kian
Neil
Dario
Dean
Tygo
Jules
Kyan
Rik
Serenity
Marinka
Safae
Yanieck
Morris
Benthe
Jasmijn
Reinder
Stein
Elena
Brett
Docent

Slide 1 - Slide

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 2 - Slide

la tâche de début
Vocabulaire - vertaling F/N & N/F
Je mag je boek gebruiken. (pagina 68/71)









Traduis - Vertaal
  • il est un fils unique
  • Elle est ma voisine
  • Zij zijn gescheiden
  • Mijn broer is twintig jaar.

timer
2:00

Slide 3 - Slide

Aujourd'hui
  • La tâche de début
  • Grammaire: bezittelijk voornaamwoord
  • Au travail: fait les exercices

Slide 4 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

Geef een voorbeeld in het Nederlands

Slide 5 - Slide

Wat is GEEN bezittelijk voornaamwoord?
A
die
B
jouw
C
mijn
D
onze

Slide 6 - Quiz

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
A
ik, jij, hij, zij, etc.
B
in, op, achter, voor, etc.
C
mijn, jouw, haar, zijn, etc.
D
een zelfstandig naamwoord

Slide 7 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn / haar
son
sa
ses
Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 8 - Slide

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 9 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncle
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 10 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie

Slide 11 - Quiz

Is onderstaande zin correct?

Où est ta école?
A
Correct
B
Incorrect

Slide 12 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 13 - Quiz

Mnl.ev.
Vrl.ev.
Mv.
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Bezittelijk voornaamwoord
Ma
Mon
Mes
Ton
Ta
Tes
Son
Sa
Ses

Slide 14 - Drag question

Het bezittelijk voornaamwoord:
... devoirs (mijn)

Slide 15 - Open question

Het bezittelijk voornaamwoord:
... chien (zijn)

Slide 16 - Open question

Fini


Ruim je chromebook op en pak je lesboek op pagina 63

Slide 17 - Slide

Au travail
Fait les exercices 16B, C, D & E

De eerste 5 minuten wordt er in stilte en individueel gewerkt. (ZS)

Na 5 minuten
mogen jullie samenwerken, hardop overleggen en vragen stellen.

Fini? Apprendre 1 t/m 6 leren.


timer
5:00

Slide 18 - Slide