Les omgeving woordvolgorde

Level 1:
Ik kan een goede Nederlands zin schrijven.

Level 2:
Ik kan schrijven waarom ik iets wil. (want/ omdat)

Doel:
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Level 1:
Ik kan een goede Nederlands zin schrijven.

Level 2:
Ik kan schrijven waarom ik iets wil. (want/ omdat)

Doel:

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

op het AZC.
Sidra wil een supermarkt
Wil Sidra een supermarkt
Een supermarkt wil Sidra

Slide 4 - Drag question

op het AZC.
Mevrouw Hilda wil een school
Wil mevrouw Hilda een school
Een school wil mevrouw Hilda

Slide 5 - Drag question

Adil koopt het vlees.
Koopt Adil het vlees.
Het vlees koopt Adil.

Slide 6 - Drag question

Ahmad pakt het brood.
Het brood pakt Ahmad
Pakt Ahmad het brood.

Slide 7 - Drag question

Wat is een goede zin? 
      De man     
1.
Wie?
  
2.
 werkwoord 
3.
Wat?  

Slide 8 - Slide

pakt
Wat is een goede zin? 
      De man     
1.
Wie?
  
2.
 werkwoord 
3.
Wat?  

Slide 9 - Slide

pakt
Wat is een goede zin? 
      De man     
1.
Wie?
  
2.
werkwoord 
3.
Wat?  
het brood

Slide 10 - Slide

???
Wat is een goede zin? 
      De man     
1.
Wie?
  
2.
werkwoord 
3.
Wat?  
het brood

Slide 11 - Slide

Wat is een goede zin? 
??? 
1.
Wie?
  
2. 
 werkwoord 
3.
Wat?  
pakt
het brood

Slide 12 - Slide

1.
Wie?
2.
Werkwoord.
de mannen
Wij
Yasmine
ik
pakken
zit
zitten
wil

Slide 13 - Drag question

???
Wat is een goede zin? 
      De mannen     
1.
Wie?
  
2. 
werkwoord 
3.
Wat?  
het brood

Slide 14 - Slide

Wat is een goede zin? 
Ik
1.
Wie?
  
2. 
werkwoord 
3.
Wat?  
een voetbalveld

Waar?
  
wil
op het AZC.

Slide 15 - Slide

Wat is een goede zin? 
Ik
1.
Wie?
  
2. 
werkwoord 
3.
Wat?  

Waar?
  
wil
op het AZC.
???

Slide 16 - Slide

Wat is een goede zin? 
1.
Wie?
  
2. 
werkwoord 
3.
Wat?  

Waar?
  
wil
op het AZC.
een voetbalveld

Slide 17 - Slide

Wat wil jij op het AZC hebben?

Slide 18 - Poll

Ik kan een Nederlandse zin maken

Slide 19 - Poll