3.5 Het parlement controleert

3.5 Het parlement controleert
1 / 14
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3.5 Het parlement controleert

Slide 1 - Slide

De regering bestaat uit:
A
Koning + ministers
B
Ministers + staatssecretarissen

Slide 2 - Quiz

Het kabinet bestaat uit:
A
Koning + ministers
B
Ministers + staatssecretarissen

Slide 3 - Quiz

Wat gebeurd er niet op Prinsjesdag?
A
De koning leest de troonrede voor.
B
De minister van Financiën presenteert de rijksbegroting aan de Tweede Kamer.
C
De minister van Financiën presenteert de miljoenennota aan de Tweede Kamer.
D
Het nieuwe regeerakkoord wordt ondertekend en gepresenteerd.

Slide 4 - Quiz

Vandaag...
  • kun je de twee hoofdtaken van het parlement benoemen;
  • kun je in eigen woorden uitleggen hoe een wet tot stand komt;
  • kun je de verschillende rechten van de Tweede Kamer benoemen;
  • kun je het verschil uitleggen tussen coalitie en oppositie. 

Slide 5 - Slide

Wat weet je over de Tweede Kamer?

Slide 6 - Mind map

Eerste en Tweede Kamer
  • Ministers en staatssecretarissen  besturen het land, maar mogen hun plannen pas uitvoeren als ze zijn goedgekeurd door het parlement.
  • Het parlement = Tweede Kamer en Eerste Kamer
  • 150 Tweede Kamerleden
  • 75 Eerste Kamerleden 
  • Hoofdtaken van het parlement: 1) (mede)wetgeving en 2) controleren van het kabinet

Slide 7 - Slide

Hoe komt een wet tot stand?
  1. Er is een maatschappelijk probleem.
  2. Een minister of Tweede Kamerlid maakt een wetsvoorstel.
  3. De Tweede Kamer debatteert over het wetsvoorstel.
  4. Tweede Kamerleden dienen amendementen in.
  5. De Tweede Kamer stemt over de amendementen en het definitieve wetsvoorstel. 
  6. De Eerste Kamer stemt over het wetsvoorstel.
  7. De koning en de minister ondertekenen het wetsvoorstel.
  8. De wet wordt gepubliceerd op de website www.officielebekendmakingen.nl  

Slide 8 - Slide

Voor hun wetgevende taak hebben Tweede Kamerleden de volgende rechten:
A
Stemrecht.
B
Vragenrecht.
C
Recht van amendement.
D
Recht van initiatief.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Controleren
  • Alles wat het kabinet doet, wordt in het parlement besproken.  
  • Kamerleden hebben voor hun controlerende taak de volgende rechten:
  1. Vragenrecht
  2. Motierecht
  3. Recht van interpellatie
  4. Enquêterecht 

Slide 11 - Slide

Om welk recht gaat het hier?
A
Motierecht.
B
Enquêterecht.
C
Recht van interpellatie.
D
Vragenrecht.

Slide 12 - Quiz

Coalitie en oppositie

Slide 13 - Slide

Voor de volgende les:
Maak vraag 1, 2, 4, 6, 8, 10, 11 , 13, 14 en 17 op blz. 48 in jouw werkboek.
 Maak de samenvatting van 3.5 op blz. 61.
 Lees terug in jouw tekstboek en vraag de docent om hulp als je er niet uit komt.
 Laat zien dat je de vragen af hebt door een foto van je werk te maken en deze via een berichtje in Teams aan de docent te sturen.
Kijk jouw antwoorden na met het nakijkblad. Kijk ook de samenvatting op blz. 61.

Slide 14 - Slide