BS 2: transporteren

• Mens en natuur
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Zwaartekracht

windkracht

Veerkracht

Stoomkracht

Spierkracht

Magnetische kracht

Veel wrijving

weinig wrijving

weerstand of wrijvingskracht 

Een tegenwerkende kracht 

denk aan:

Als een voorwerp langs een ruw onderwerp beweegt.

1. spankracht of trekkracht
2. zwaartekracht
3. spierkracht
4. wrijvingskracht

Hoe noem je een tegenwerkende kracht van wrijving?

1. Efficiënt transport is transport dat zo min mogelijk energie kost en zo min mogelijk schade veroorzaakt.
2 .Veilig transport is transport dat veilig is voor de mensen die worden getransporteerd en voor de omgeving.
Welk(e) van de beweringen is/zijn juist?

1. Alleen bewering 1 is juist.
2. Alleen bewering 2 is juist.
3. Bewering 1 en 2 zijn allebei juist.
4. Bewering 1 en 2 zijn allebei onjuist.

Het vervoeren van mensen en producten

Transporteren

Transport van producten

Transport 

van vloeistoffen 

en gassen

Is een pijpleiding bedoeld voor vaste stoffen, vloeistoffen en/of gassen?

1. Vaste stoffen en gassen
2. Vloeistoffen en vaste stoffen
3. Vloeistoffen en gassen
4. Alle drie

1.Weerstand is een kracht die een bewegend voorwerp afremt.
2. Als een voorwerp tegen zijn omgeving botst, ontstaat er wrijving.

1. 1= waar 2 = niet waar
2. 1= niet waar 2 = niet waar
3. 1= waar 2= waar
4. 1= niet waar 2= waar

1. Hoe meer weerstand er is, hoe minder kracht en energie er nodig is voor het transport.
2. Een fietser met een gestroomlijnde helm verbruikt minder energie dan een fietser met een normale helm.

1. 1= waar 2 = niet waar
2. 1= niet waar 2 = niet waar
3. 1= waar 2= waar
4. 1= niet waar 2= waar

1. Een gestroomlijnde boot is een voorbeeld van een efficiënt transportmiddel.
2 Het lekken van olie uit een schip is een voorbeeld van onveilig transport.

1. 1= waar 2 = niet waar
2. 1= niet waar 2 = niet waar
3. 1= waar 2= waar
4. 1= niet waar 2= waar

Heb je deze les begrepen?

😒🙁😐🙂😃