This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Wat is de betekenis van het woord "weerstand"?
Slide 1 - Open question
Wat is de betekenis van het woord "pomp"?
Slide 2 - Open question
Wat is de betekenis van het woord "nettokracht"?
Slide 3 - Open question
Wat is de betekenis van het woord "geleider"?
Slide 4 - Open question
Wat is de juiste volgorde van de gebeurtenissen bij een zuigerpomp?
1.
2.
3.
4.
De zuiger gaat naar beneden en de lucht stroomt naar binnen via de inlaatklep
De zuiger gaat naar boven en de lucht stroomt naar buiten
De uitlaatklep gaat dicht
De inlaatklep gaat dicht
Slide 5 - Drag question
Welke letter geeft de aandrijfrol aan in de afbeelding hiernaast?
A
Letter A
B
Letter B
C
Letter C
D
Letter D
Slide 6 - Quiz
Welke wrijvingskrachten spelen een rol bij een auto die zo hard remt dat de wielen blokkeren?
A
Luchtwrijving en rolwrijving
B
Luchtwrijving en schuifwrijving
C
Schuifwrijving en rolwrijving
D
Alleen rolwrijving
Slide 7 - Quiz
Als je tijdens het schaatsen voorover buigt, wat gebeurt er?
A
De schuifwrijving neemt toe
B
De schuifwrijving neemt af
C
De luchtwrijving
neemt toe
D
De luchtwrijving
neemt af
Slide 8 - Quiz
Een koets met een schuifwrijving van 200N wordt getrokken door een groep paarden die elk een kracht leveren van 45N. Hoeveel paarden zijn er minimaal nodig om de koets vooruit te krijgen?
A
3 paarden
B
4 paarden
C
5 paarden
D
6 paarden
Slide 9 - Quiz
Waardoor wordt de liftkracht bij een vliegtuig veroorzaakt?
A
Door een drukverschil
onder en boven de vleugel
B
Door een temperatuurverschil onder en boven de vleugel
C
Door een hoogteverschil onder en boven de vleugel
D
Door een wrijvingsverschil onder en boven de vleugel
Slide 10 - Quiz
Henk en Jaap, die evenveel wegen, zitten allebei op een stoel met wieltjes eronder. Henk geeft een duw aan Jaap's stoel. Wat gebeurt er?
A
Jaap rolt weg, maar Henk komt verder (in de andere richting)
B
Henk en Jaap rollen even ver maar in de andere richting op
C
Henk rolt weg maar Jaap blijft stilstaan
D
Henk blijft stilstaan en Jaap rolt weg
Slide 11 - Quiz
Is een pijpleiding bedoeld voor transport van vaste stoffen, vloeistoffen en/of gassen?
A
Vaste stoffen
en gassen
B
Vloeistoffen en
vaste stoffen
C
Vloeistoffen
en gassen
D
Alle drie
Slide 12 - Quiz
Een fietser gaat een heuvel af. Welke kracht hoort bij welke pijl?
1.
2.
3.
4.
5.
Zwaartekracht
Rolwrijving
Luchtwrijving
Nettokracht
Trapkracht
Slide 13 - Drag question
Blijft deze man altijd versnellen of bereikt hij een maximale snelheid? Leg uit waarom.
Slide 14 - Open question
Je zit in een kano en steekt een peddel in het water. Je beweegt de peddel naar achteren. Beschrijf de actie, reactie en het resultaat.
Slide 15 - Open question
Plastic is veel goedkoper dan koper om te produceren. Maar waarom kiest men dan toch liever voor koper in plaats van plastic om elektriciteit te transporteren?
Slide 16 - Open question
Een ijsbeer is veel groter dan een pinguïn en heeft dan ook meer spierkracht. Maar waarom kan een pinguïn in het water alsnog sneller zijn?
Slide 17 - Open question
Waarom kost het meer geld om een product per vliegtuig te bestellen in plaats van met de boot?Gebruik het woord "capaciteit" in je antwoord.
Slide 18 - Open question
Stel je fietst over glad ijs. Welke kracht wordt direct door het ijs beïnvloed?
A
Trapkracht
B
Luchtwrijving
C
Normaalkracht
D
Rolwrijving
Slide 19 - Quiz
Bereken de horizontale en verticale nettokracht bij het vliegtuig hiernaast.