oefenen gebiedende wijs

    Ik ga op reis en ik neem mee...
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

    Ik ga op reis en ik neem mee...

Slide 1 - Slide

Wat doen we vandaag?
10 zinnen dictee over de vorige (last) woordenlijst met het woorden
rapportage van cover les
terug geven vragen bij tekst Geen mobiel meer in je hand op de fiets
Wat is verboden voor fietsers?
Hebben jullie nog vragen over de tekst?

Slide 2 - Slide

Wat doen we vandaag?
imperatief herhalen
imperatief oefenen
video scheidbare werkwoorden
oefenen

Slide 3 - Slide

Gebiedende wijs/imperative

Ga op de stoel staan!

1. Begint met een werkwoord

2. Staat in de ik-vorm

3. Geen onderwerp (no subject) in de zin


Slide 4 - Slide

Gebiedende wijs/imperative
 you use the same conjugation that you use for ik:

Kijk maar:

hele werkwoord                   stam(ik-vorm)                gebiedende wijs
Eten                                            Ik eet.                                 Eet!
Lopen                                        Ik loop.                               Loop!                                 

Slide 5 - Slide

Gebiedende wijs oefenen
I say short commands/ik zeg korte opdrachten
doe wat ik zeg als je het begrijpt
do what I say if you understand
wijs aan-aanwijzen-to point out
raak aan-aanraken-to touch
pak op-oppakken-to pick up
imperatief-hele werkwoord-betekenis in Engels

Veel werkwoorden zijn scheidbaar-many verbs are sepable!!!


Slide 6 - Slide

Scheidbare werkwoorden
separable verbs
Schrijf 5 scheidbare werkwoorden op!

Slide 7 - Slide

10-15 min task
Doe de oefeningen over scheidbare werkwoorden

Slide 8 - Slide

pauze
Of naar buiten of fietstocht opdracht

Slide 9 - Slide

Spreektaal reizen
Luisteren
Ik ga met de bus

Slide 10 - Slide

task in pairs/in tweetallen
 Teken jouw route van huis naar school. Draw the route from your home to school. Zorg dat het pas op 1 A4. Make it fit on 1 A4. 
Dan leg je uit aan de leerling naast je hoe hij/zij moet reizen naar school. Hij/zij volgt met een vinger de route.
Explain how you go to school IN HET NEDERLANDS. Gebruik de imperatief. Wissel/change roles


Slide 11 - Slide