Over wat wel en niet deugd - les 1

• Godsdienst
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Over wat wel en niet deugd.

Wat willen we met de komende lessen bereiken?

Waarom willen we dit bereiken?

Wat gaan we deze les doen?

• Goed, slecht of neutraal
• Waarden en normen
• (als hier tijd voor is) Zelfstandig werken: Hoofdstuk 3 paragraaf 1.1 t/m 1.5 + maken vragen in classroom. 
• Klassikale terugkoppeling

Goed, slecht of neutraal

• 4 voorbeelden
• Een oordeel is een mening. Daardoor is er vaak niet één juist antwoord. 

Door de regen naar school fietsen.

1. Goed
2. Slecht
3. Neutraal

Je ouders zeggen dat je vóór 9 uur thuis moet zijn, maar jij komt pas na 11 uur thuis.

1. Goed
2. Slecht
3. Neutraal

Geld geven aan een dakloze.

1. Goed
2. Slecht
3. Neutraal

Geld geven aan een dakloze, omdat je aan anderen wilt laten zien hoe goed je bent.

1. Goed
2. Slecht
3. Neutraal

Door rood licht fietsen omdat je ziet dat er toch geen ander verkeer is.

1. Goed
2. Slecht
3. Neutraal

Waarden

• Dingen of handelingen die je belangrijk vindt.
• Hierop baseer je een oordeel.
• Waarden kunnen verschillen per persoon.
• Waarden kunnen botsen met elkaar.

Waarden

Normen (regels)

• Wanneer je een waarde in praktijk wil brengen.
• Verschillende vormen. 

Zelf aan de slag

Lezen: Wegen naar Wijsheid H3 paragraaf 1.1 t/m 1.5 (pp. 49 - 54)

Maken: Vragen in Google Classroom

Tijd: 10 minuten in stilte! 

Terugkoppeling

Voorbeeld: Kinderrechten

• Artikel 12: Ieder kind heeft het recht zijn mening te geven over zaken die hem/haar aangaan. Die mening moet serieus genomen worden.
• Artikel 28: Elk kind heeft recht op onderwijs.

Welke waarden zitten achter deze rechten?

Volgende les

Huiswerk: 

Lezen: Wegen naar Wijsheid H3 paragraaf 1.1 t/m 1.5

Maken: Vragen in Google Classroom.

Volgende les:

Wie bepaald wat we belangrijk vinden?

Kunnen we één regel bedenken waarmee we kunnen beslissen of iets goed of slecht is?