wk 20: les 1 - 19 Verwijswoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Dinsdag 14 mei - 2HAT1

• 10 minuten stillezen
• Terugblik: functiewoorden (H17) en verbindingswoorden (H18)
• 19 Verwijswoorden (blz. 78)
• Aan de slag!

Probleemstelling

Toelichting

Gevolgen

Tegenstelling

Signaalwoorden (blz. 74)

Deze les ga je leren...

...wat verwijswoorden zijn.

19 Verwijswoorden (blz. 78)

Verwijswoorden zijn woorden die (terug) verwijzen naar iets wat al eerder genoemd is, of vooruit wijzen naar een woord dat nog komen gaat.

Het woord waar verwijswoorden naar verwijzen noem je een antecedent.

De leerlingen van het CLZ hebben net meivakantie gehad. Ze zijn nu klaar voor de laatste loodjes van het schooljaar.

19 Verwijswoorden (blz. 78)

Jochem is gek op voetbal. Jochem heeft twee keer per week training op Jochems club. Daarnaast heeft Jochem altijd een wedstrijd in het weekend. Jochems positie is spits. Jochems droom is om profvoetballer te worden.

Jochem is gek op voetbal. Hij heeft twee keer per week training op zijn club. Daarnaast heeft hij altijd een wedstrijd in het weekend. Zijn positie is spits. Zijn droom is om profvoetballer te worden.

Welke verwijswoorden zie je?

Welke verwijswoorden zie je?

Aan de slag!

• Lees blz. 78
• Maak opdr. 1, 3, 4, 7 (opdr. 4 mag je typen)
• Klaar? Maak opdr. 5