04. Context

TVO/TOL_Context
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

TVO/TOL_Context

Slide 1 - Slide

Even terug naar DAT-CAT
Zoals al bleek in het hoofdstuk van DAT naar CAT, starten leerlingen veelal met woorden uit hun eigen alledaagse context. Daar zal nieuwe begrips- ontwikkeling bij moeten aansluiten; de meer vakspecifieke taal, denkwijze en formuleringen.

Het creëren van een rijke context - met veel variatie - is daarvoor essentieel.

Slide 2 - Slide

Wat is context?
Context
Het geheel van kennis over en verbanden tussen nieuwe leerstof en de reeds gekende leerstof, de wereld van leerlingen, maatschappij en beroep. 

Leren in context houdt twee dingen in:

  1. De bekende context inbrengen: alledaagse en vakspecifieke voorkennis aan het begin van de les of lessenreeks activeren, waaraan de nieuwe stof gekoppeld kan worden.
  2. Uitbreiding met nieuwe context door een grote variatie aan experimenten/proeven, tekstsoorten en media aan te bieden.

Slide 3 - Slide

Handvatten context creëren
Er zijn een aantal handvatten voor het creëren van een rijke context. 
Dit zijn:

  1. Het ophalen van voorkennis
  2. Het onderwerp zichtbaar en tastbaar maken
  3. Het structureren van het denkproces

Slide 4 - Slide

Het ophalen van voorkennis
Iedereen die ooit les heeft gegeven, weet dat een klas nooit een heterogene groep vormt. Leerlingen hebben verschillende niveaus van voorkennis, zijn meer theoretisch of praktisch gericht, hebben een verscheidenheid aan overtuigingen en houdingen ten opzichte van het vak en ten opzichte van het leren in het algemeen. 
Voorkennis is wel een van de meest invloedrijke factoren in het leren van leerlingen.

Terwijl enerzijds het effect van de voorkennis van een leerling niet onderschat mag worden (leerlingen weten soms meer dan je denkt), mag anderzijds de werkelijke voorkennis niet worden overschat ("dat moeten de leerlingen nog weten, want dat 
hebben ze vorig schooljaar geleerd"). Het is een utopie dat 
leerlingen zich alles zullen herinneren van wat ze de 
voorbije les, laat staan schooljaren (of maanden, weken of 
zelfs dagen) hebben geleerd. Ook voor hen is de 
vergeetcurve onverbiddelijk. Herhalingsmomenten zijn 
dus noodzakelijk. Nieuwe leerstof die niet wordt gelinkt 
aan al verworven en geactiveerde kennis in het lange-
termijngeheugen en daardoor geen ‘greep’ vindt, zal snel 
weer vergetenworden. Daarom is het belangrijk om bij de start 
van elke les stil te staan bij een aantal woorden, concepten, 
werkwijzen, etc. die eerder aangeboden zijn. 
Het activeren van deze voorkennis is immers 
noodzakelijk om nieuwe leerstof te verankeren.
  

Slide 5 - Slide

Het ophalen van voorkennis
Terwijl enerzijds het effect van de voorkennis van een leerling niet onderschat mag worden (leerlingen weten soms meer dan je denkt), mag anderzijds de werkelijke voorkennis niet worden overschat ("dat moeten de leerlingen nog weten, want dat hebben ze vorig schooljaar geleerd"). Het is een utopie dat leerlingen zich alles zullen herinneren van wat ze de voorbije les, laat staan schooljaren (of maanden, weken of zelfs dagen) hebben geleerd. Ook voor hen is de vergeetcurve onverbiddelijk. Herhalingsmomenten zijn dus noodzakelijk. Nieuwe leerstof die niet wordt gelinkt aan al verworven en geactiveerde kennis in het lange-
termijngeheugen en daardoor geen ‘greep’ vindt, zal snel weer vergeten worden. Daarom is het belangrijk om bij de start van elke les stil te staan bij een aantal woorden, concepten, 
werkwijzen, etc. die eerder aangeboden zijn. Het activeren van deze voorkennis is immers 
noodzakelijk om nieuwe leerstof te verankeren.
  

Slide 6 - Slide

Het onderwerp tastbaar maken
Op het moment dat leerlingen hun eerste stappen zetten in het verwerven van nieuwe kennis of vaardigheden die horen bij de leerinhoud, is het effectief om het onderwerp zichtbaar en tastbaar te maken. Dit kan bijvoorbeeld door het het laten zien van een experiment, het verbinden van leerstof aan actualiteiten in het nieuws of het laten zien van concrete voorbeelden bij een abstract begrip. Een arsenaal aan voorbeelden - m.a.w. het aanbieden van context - versterkt het begrip van de leerstof. Het is belangrijk om de denk- en/of werkwijze (met achterliggende principes) te expliciteren en leerlingen te stimuleren om voorbeelden zelf te proberen verklaren en te vergelijken. Op deze wijze worden de relaties tussen de alledaagse en vaktaalwoorden duidelijk. 

Slide 7 - Slide

Het structuren van het denkproces
Leerlingen vinden het fijn om gestructureerde informatie te krijgen bij de start van het leerproces. Dit worden ook wel advance organizers genoemd. Het zijn bijvoorbeeld 
verhalen of schema’s die mentale kapstokken bieden waar nieuwe leerstof aan kan worden opgehangen

Het beantwoordt vragen als "Van waar komen we? Waar gaan we naartoe? Wat zijn de verbanden tussen deze en vorige lessen?" 

Ze trekken de aandacht, creëren verwachtingen, activeren de voorkennis en geven richting aan het verdere leerproces door organisatie te bieden voor de leerling.
    

Slide 8 - Slide

Advanced organizers
Grafische advanced organizer:

Je toont een visueel overzicht van de leerstof en waar de nieuwe inhoud past in het groter geheel. Vooraan dit boek zie je een voorbeeld van een grafische advance organizer over de twaalf bouwstenen van dit boek.
    

Slide 9 - Slide

Advanced organizers
Expository advanced organizer:

Je vertelt of toont de leerlingen wat ze zullen gaan leren en wat de verwachtingen zijn. 

    

Slide 10 - Slide

Advanced organizers
Narratieve advanced organizer:

Je warmt de klas op met een verhaal dat dicht aansluit bij de nieuwe leerstof, bijvoorbeeld een filmpje of een persoonlijk verhaal van de leraar.
    

Slide 11 - Slide

Advanced organizers
Vergelijkende advanced organizer:

Je vergelijkt de nieuwe leerstof met wat de leerling al weet waardoor bestaande kennisschema’s van de leerlingen worden geactiveerd.
    

Slide 12 - Slide