woorden met meerdere betekenissen K3 en B3

Welkom
Ga rustig zitten.
Pak je spullen.
Zorg dat je telefoon uit is en dat hij in je tas zit.
Wacht rustig tot de les begint.

Verdachte vlucht over de daken voor politie in Tiel; klopjacht met zoeklicht, honden en heli volgt
MET VIDEOTIEL - Een verdachte is dinsdagavond via de daken ontkomen aan de politie. Agenten hadden zich verzameld voor een geplande aanhouding bij theater Agnietenhof in Tiel.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom
Ga rustig zitten.
Pak je spullen.
Zorg dat je telefoon uit is en dat hij in je tas zit.
Wacht rustig tot de les begint.

Verdachte vlucht over de daken voor politie in Tiel; klopjacht met zoeklicht, honden en heli volgt
MET VIDEOTIEL - Een verdachte is dinsdagavond via de daken ontkomen aan de politie. Agenten hadden zich verzameld voor een geplande aanhouding bij theater Agnietenhof in Tiel.

Slide 1 - Slide

Voorbereiden toets
Leestekst doornemen.
snickerdoodles

Slide 2 - Slide

Bronnen bij de tekst

Slide 3 - Slide

Voorbereiden toets
Leestekst doornemen.
Mont Ventoux

Goed snijden doe je zo!

Slide 4 - Slide

Bronnen bij de tekst

Slide 5 - Slide

Wat zijn synoniemen?

Slide 6 - Mind map

Waar denk je aan bij het woord homoniemen? (kijk naar een bekend woorddeel)

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Link

Slide 9 - Video

Wat zijn synoniemen?
A
1 woord met meerdere betekenissen.
B
spreekwoorden.
C
zoiets als anoniem.
D
meerdere woorden die hetzelfde betekenen.

Slide 10 - Quiz

Een woord met meerdere betekenissen is een:
A
Antoniem
B
Synoniem
C
Homoniem
D
Acroniem

Slide 11 - Quiz

Munt is een homoniem, want het
A
is het tegenover-gestelde van kop
B
heeft twee verschillende betekenissen

Slide 12 - Quiz

Homoniem of niet?
Water
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz


‘Homoniemen:
In de krant staat een artikel met als KOP: hond redt kat.
KOP is een homoniem. Wat betekent kop in deze zin?
A
hoofd van een dier
B
drinkbeker
C
titel van een tekst

Slide 14 - Quiz

Welk woord is geen homoniem?

A
Bang
B
Vliegen
C
Boer
D
Schop

Slide 15 - Quiz

Wat is een homoniem:
A
slang
B
bank
C
net
D
vel

Slide 16 - Quiz

Een homoniem van "verbouwen" is:
A
op een akker laten groeien
B
in elkaar slaan
C
bv. een huis veranderen
D
alle antw zijn goed

Slide 17 - Quiz

Wat is geen homoniem?
A
bank
B
muis
C
telefoon
D
meer

Slide 18 - Quiz

Welk woord is geen homoniem?
A
bank
B
haar
C
bloem
D
telefoon

Slide 19 - Quiz

Zelfstandig werken 3Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Startopdracht klassikaal maken.
Woordenschat hoofdstuk 4, blz. 102-107, opdr. 1 t/m 7.
Tekst eerst klassikaal lezen!

Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 20 - Slide

Zelfstandig werken 3Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Woordenschat hoofdstuk 4, blz. ..., opdr. 3 t/m 8.
Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken 3Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Startopdracht klassikaal maken.
Blz. 138-141, opdr. 1 en 2 en 3 en 4.
Tekst eerst klassikaal lezen!

Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 22 - Slide

Zelfstandig werken 3Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
blz. 138-143, opdr. 1 t/m 9.
Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 23 - Slide