Herhaling Gramática U6 C2

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Ik ken alle woorden en de frases claves van de woordenlijst unidad 6.

1 (NO)

2

3

4

5

6

7

8

9

10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Ik kan de werkwoorden in de gebiedende wijs zetten (imperativo)

1 (NO0

2

3

4

5

6

7

8

9

10 (SÍ, POR SUPUESTO0

Ik ken het verschil tussen hay en estar.

1 (NO)

2

3

4

5

6

7

8

9

10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Vocabulario unidad 5/Frases claves

Vocabulario unidad 6

    Frases claves unidad 6

Imperativo (van bevestigend naar ontkennen):
estudiar-tú

Imperativo (van bevestigend naar ontkennen):
bajar a la calle-tú

Imperativo (van bevestigend naar ontkennen):
cantar una canción-vosotros

Imperativo (van besvestigend naar ontkennen):
bailar conmigo-tú

Imperativo (van besvestigend naar ontkennen):
hacer los deberes de español-tú

Imperativo (van besvestigend naar ontkennen):
escuchar las noticias-vosotros

Imperativo (van bevestigend naar ontkennen):
venir aquí-tú

Imperativo (van bevestigend naar ontkennen):
ir a la tienda de ropa-vosotros

Imperativo (van bevestigend naar ontkennen):
tener cuidado-vosotros

Imperativo (van bevestigend naar ontkennen):
seguir todo recto-tú

Imperativo (van bevestigend naar ontkennen):
cerrar la ventana-vosotros

Imperativo (van ontkennen naar bevestigend):
no pasar al despacho del directo-tú

Imperativo (van ontkennen naar bevestigend):
no guardar los libros de matemáticas- vosotros

Imperativo (van ontkennen naar bevestigend):
no comer muchas hamburguesas- vosotros

Imperativo (van ontkennen naar bevestigend):
no cruzar ahora- tú

Imperativo (van ontkennen naar bevestigend):
no comprar el pan- vosotros

Ontkennend:
dormir-tú (o-ue)

Bevestigend:
hacer-tú

Ontkennend:
ir-vosotros

Bevestigend:
poner-tú

Bevestigend:
decir-tú

Ontkennend:
mirar-tú

Bevestigend:
venir-vosotros

Ontkennend:
Jugar-tú

Ontkennend:
ir-tú

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen hay/ser/estar

Hay-está(n)
"Mi casa......... en Dordrecht."

Hay-está(n)
"En mi barrio.........cinco parques."

Hay-está(n)
En Madrid.................muchos museos muy importantes.

Kies hay of estar:
La frutería ___________ al lado del cine.

Hay of estar:
En la calle La Paz ____ tiendas de ropa.

Ben je klaar voor de repetitie van unidad 5 en unidad 6?

1 (No)

2

3

4

5(Sí, por supuesto)