Enkelvoud Meervoud ( hele werkwoord)
Ik bel (
stam) bel ik? wij bellen
(stam+en) bellen wij?
jij/je* belt (stam+t) bel jij? zij bellen (stam+en) bellen zij?
u belt (stam+t) belt u? jullie bellen ( stam+en) bellen jullie?
hij belt (stam+t) belt hij?
zij belt (stam+t) belt zij? stam = hele werkwoord -en
bellen = bell bel
* jij/je belt/ bel* jij/je?
Gebiedende wijs: de stam: - Bel de docent! - Belt u!