Lesson 11. Grammar 2b

What are we going to do today?
- Grammar revision 2a. 
- Homework check 
- Grammar 2b + exercises
- Time left? Read theory

Lesson goal: at the end of the class you can make negations in the Past Simple. 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

What are we going to do today?
- Grammar revision 2a. 
- Homework check 
- Grammar 2b + exercises
- Time left? Read theory

Lesson goal: at the end of the class you can make negations in the Past Simple. 

Slide 1 - Slide

Vragen maken 
Er zijn drie manieren om vragen te maken in de Past Simple: 

Regel 1: was/were of could/would staan in de gewone zin en komen dan vooraan in de vraagzin te staan. 

I was at home yesterday - Was I at home yesterday? 

Slide 2 - Slide

Vragen maken 
Regel 2: Bij andere vragen in de verleden tijd (als er niet was/were, could/would in de zin staat) gebruik je did vooraan om een vraag te maken. 

I enjoyed my birthday - Did I enjoy my birthday? 

enjoy gaat dus weer terug naar de stam in de vraagzin!!!

Slide 3 - Slide

Vragen maken
Regel 3: wanneer je een WH-vraag stelt (who, what, which, when, where of how) zet je het WH-woord vooraan in de zin. 

When is your birthday? 
Which bike is yours? 

Slide 4 - Slide

Maak vragen:
I was at home yesterday.

Slide 5 - Open question

Maak vragend:
I liked my new bike.

Slide 6 - Open question

Let's check
Let's check our homework together. 


Slide 7 - Slide

Ontkennigen maken
In een ontkennende zin zit altijd het woordje: not. 

Er zijn 2 manieren om ontkenningen te maken in de Past Simple. 

Rule 1: Met was/were en hulpwerkwoorden (should, would, could) plak je: n't of not achter het werkwoord. 

I wasn't running fast - We couldn't see the sea - My parents weren't happy

Slide 8 - Slide

Ontkenningen maken
Rule 2: bij zinnen waar geen was/were of hulpww in de zin staan zet je : didn't voor het hoofdwerkwoord. Didn't wordt altijd gevolgd door de STAM van het werkwoord (het ww erna dus) 

I used my phone yesterday - I didn't use my phone yesterday. 

Elisa bought a new bag - Elisa didn't buy a new bag.

Slide 9 - Slide

Do: 

Maken kader: 59 a/b

Maken theoretisch: 53 a & b + 54

Done? Start up Gimkit

Slide 10 - Slide

What did you learn
today?

Slide 11 - Mind map