Bij vesico-ureterale reflux vloeit urine terug van de blaas naar de nieren. Normaal gezien stroomt de urine van de nieren naar de blaas, maar bij vesico-ureterale reflux ontstaat tweerichtingsverkeer.
In de meeste gevallen wordt de reflux veroorzaakt door een aangeboren afwijking (primaire reflux). Minder frequent zijn de gevallen waarin de druk in de blaas te hoog is (secundaire reflux).
Figuur: normale richting van urinestroom (blauw) en de urinestroom bij vesico-ureterale reflux (rood).
De graad van reflux wordt uitgedrukt volgens een internationale classificatie. De graad bepaalt hoe ernstig het probleem is en hoe het wordt aangepakt. Die graad kan vastgesteld worden aan de hand van een cystografie.
WANNEER DENKEN AAN VESICO-URETERALE REFLUX?
Wanneer uw kind op jonge leeftijd meer dan één urineweginfectie (zoals een nierontsteking) doormaakt, moet als mogelijke oorzaak worden gedacht aan vesico-ureterale reflux.
Niet alle kinderen met deze afwijking hebben last van urineweginfecties. De afwijking kan ook toevallig worden vastgesteld tijdens echografisch onderzoek:
voor de geboorte: tijdens een prenatale echografie bij de gynaecoloog
tijdens een echografie die om andere medische redenen wordt uitgevoerd
tijdens een controle-echografie, omdat de afwijking al werd vastgesteld bij mama/papa of broer/zus.
WAT ZIJN DE GEVOLGEN?
Het terugvloeien van urine naar de nieren kan twee problemen doen ontstaan. Enerzijds kan de druk in de nieren te hoog worden. Daardoor kan littekenweefsel worden gevormd en zullen de nieren op termijn minder goed functioneren. Anderzijds kunnen bacteriën uit de blaas in de nieren terechtkomen en zo ernstige nierinfecties veroorzaken.
HOE KAN DE AANDOENING WORDEN BEHANDELD?
Er bestaan verschillende behandelopties. De keuze hangt af van de specifieke situatie. Een ingreep is niet altijd nodig: reflux die op jonge leeftijd wordt vastgesteld kan ook nog spontaan verdwijnen tijdens de eerste levensjaren.
De mogelijke opties voor uw kind zullen uitvoerig door de kinderuroloog worden uitgelegd. Vanzelfsprekend wordt de definitieve keuze samen met u – als ouders – gemaakt.
De verschillende behandelopties:
Afwachtende houding: als de kinderuroloog de kans op spontane genezing hoog inschat of als de reflux laaggradig is. Uw kind wordt dan regelmatig opgevolgd. Bij het minste teken van een nieuwe urineweginfectie wordt een urinestaal genomen. Vervolgens wordt een antibioticabehandeling opgestart.
Medicatie: uw kind neemt dagelijks een lage dosis antibiotica in. Dat verlaagt de kans op nieuwe urineweginfecties.
Injectie via een kijkoperatie: tijdens een kijkoperatie wordt een volumineuze stof ingespoten onder de urineleiders langs het plaskanaal. Daardoor wordt het klepmechanisme hersteld dat ervoor moet zorgen dat de urine niet naar de nier kan terugstromen.
Operatie: de urineleiders worden losgemaakt van de blaas en weer ingeplant, op zo'n manier dat de reflux naar de nieren wordt verhinderd. Daardoor wordt het klepmechanisme hersteld.