Voeding en vertering BS 3

bs 7 Het gebit
bs 8 De organen voor vertering
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

bs 7 Het gebit
bs 8 De organen voor vertering

Slide 1 - Slide

Sneeuw, leuk of niet?

Slide 2 - Mind map

12. Hoe heet dit proces?
A
Gymnastiek
B
Diagnostiek
C
Peristaltiek
D
Melancholiek

Slide 3 - Quiz

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen maken voedingsstoffen kleiner
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 4 - Quiz

maken en bespreken
opdracht 27 en 28 blz 63
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Wat gaan we doen?
bouw van het gebit
tandformule
verzorging van het gebit

Slide 6 - Slide

Vertering
Verwerken van voedingsstoffen in verteringsproducten.
chemische vertering --> verteringssappen (enzymen)
mechanisch vertering --> kiezen

Slide 7 - Slide

Hoe vaak gaan jullie naar de tandarts per jaar
1
2
3
4
vaker dan 4 keer

Slide 8 - Poll

Gebit functie
- afhappen  
-doorslikken

 - mengen met speeksel
 - oppervlakte vergroten

Slide 9 - Slide

De bouw van je gebit

  • Tanden en kiezen -> gebitselementen
  • Wortels -> onderkaak of bovenkaak
  •  Kroon -> Het deel wat we zien

  • Snijtanden en hoektanden -> afbijten van stukken voedsel
  • Kiezen -> Fijnmalen van het voedsel

  • Melkgebit en blijvend gebit

Slide 10 - Slide

Het gebit
  • Een gebit bestaat uit verschillende gebitselementen
  • Iederen kies/tand heeft eigen vorm, bouw en functie.
  • snijtanden ->  functie = afbijten van voedsel
  • hoektanden -> functie is het vastgrijpen van een prooi en het afscheuren van voedsel
  • kiezen -> functie is het malen en kauwen van voedsel.




Slide 11 - Slide

röntgenfoto van een 9-jarig kind

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Melkgebit en blijvend gebit
  • Wisselen van voortanden bij mens begint rond 6 jaar.
  • Melkhoektanden en melkkiezen gebeurt dit tussen het 10de en 13de jaar. 
  • Wisselen gebeurt omdat de tanden en kiezen niet kunnen groeien, en omdat er voor het definitieve gebit nog geen plaats is in het hoofd van een klein kind.
  • Als je zo rond de 18 bent krijg je nog de laatste kiezen; de verstandskiezen.

Slide 14 - Slide

https://www.bioplek.org/animaties%20onderbouw/gebitmensx.html

Slide 15 - Slide

slechte gebitsverzorging
Tandplak (bacteriën en voedselresten)
tandvleesontsteking
tandsteen


Slide 16 - Slide

Het gebit
cariës
gaatjes
tandplak
Bestaat uit etenresten, bacterien, speeksel
Bacterien eten suikers, en produceren zuur
Dit zuur tast het glazuur aan
tandsteen
tandsteen is tandplak dat niet meer weg te poetsen is.
overbeet
Boventanden die te ver naar voren staan.
Oplossing is een beugel

Slide 17 - Slide

Tandplak
  • dun laagje op tanden en kiezen: bacteriën, etensresten en speeksel
  • Gevolgen:
  • bacteriën zetten suikers om in zuren
  • zuur lost glazuur op --> gaatjes
  • bacteriën kunnen tandvleesontsteking veroorzaken
  • tandplak kan tandsteen worden --> verwijderen door tandarts of mondhygiënist

Slide 18 - Slide

tanden/kiezen noem je :
A
kronen
B
gebit
C
gebitselementen
D
tanden

Slide 19 - Quiz

Welke tanden gebruik je om voedsel af te bijten?
A
Alle tanden
B
alleen je voortanden
C
alleen je kiezen
D
snijtanden en hoektanden

Slide 20 - Quiz

De organen voor vertering
mondholte, keelholte en slokdarm
maag
twaalfvingeringe darm, lever, galblaas en alvleesklier
dunne darm
blinde darm, dikke darm en endeldarm

Slide 21 - Slide

mondholte/keelholte/slokdarm

voedsel kauwen --> oppervlakte van voedsel vergroten.

speeksel verteert zetmeel al een klein beetje

doorslikken

darmperistaltiek in slokdarm

Slide 22 - Slide

Start koolhydraatvertering
In de mond, door het speeksel
1
Onderkaakspeekselklier
Ondertongspeekselklier
Oorspeekselklier
Mondholte, keelholte en slokdarm


  • Enzymen werken alleen in op buitenkant van het voedsel
  • Oppervlaktevergroting

Speeksel: Water en enzym
--> Verteren zetmeel

Slide 23 - Slide

De maag
  • Maagportier = kringspier die de uitgang van de maag afsluit
  • Tijdelijke opslagplaats

  • Maagsapklieren (water, zoutzuur, enzymen)
  • Maagzuur -> dood bacterien
  • Enzymen -> vertering eiwitten

Slide 24 - Slide

Twaalfvingerige darm
  • De afvoerbuizen van lever en alvleesklier monde hierin uit.
  • Lever -> produceert gal -> wordt opgeslagen in galblaas-> galblaas geeft gal aan twaalfvingerige darm.

Slide 25 - Slide

Dunne darm

Slide 26 - Slide

oppervlakte vergroting dunne darm

Slide 27 - Slide

Dikke darm en dunne darm

Slide 28 - Slide




Lever
Het produceren van gal
Slokdarm
Dikke darm
Onttrekt het overgebleven water aan de brij
alvleesklier
alvleessap: Vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten
----------
-------------
-------------
galblaas
Slaat gal op
Gal emulgeert vetten
-------------
Endeldarm
Blinde darm
---------
---------
-------
Maag
Verteren van: eiwitten
Dunne darm
Vertering van eiwitten, koolhydraten

Slide 29 - Slide

1. Blinde darm
2. Appendix
3. Dikke darm
4. Edeldarm

Dikke darm
- Onttrekt het overgebleven water aan de brij
- de brij van onverteerde voedselresten wordt ingedikt
Blinde darm
Ligt onder de plaats waar de dunne darm uitkomt 
Wormvormig aanhangsel (appendix)

- bij een blinde darm onsteking is alleen het wormvormig aanhangsel ontstoken
Endeldarm
  • De onverteerde voedselresten komen hier aan. 
  • De ingedikte voedselbrij in de endeldarm heet de ontlasting
  • De anus sluit de uitgang van de endeldarm.. Dit is een kringspier 
Op het toilet ontspant je kringspier als je moet poepen. 

Slide 30 - Slide

Huiswerk

Lezen en maken opdrachten BS 7 en 8

Slide 31 - Slide