hoofdletters en leestekens

Na deze les weet ik:

- wanneer je hoofdletters en kleine letters gebruikt.
- wanneer je de verschillende leestekens gebruikt.


1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Na deze les weet ik:

- wanneer je hoofdletters en kleine letters gebruikt.
- wanneer je de verschillende leestekens gebruikt.


Slide 1 - Slide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 2 - Mind map

EVEN OEFENEN....

Slide 3 - Slide

Goed of fout?
Meneer hazelaar
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

Goed of fout?
Noord-Holland
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

Goed of fout?
ik ga op vakantie naar Australië.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

Goed of fout?
Jan Van der Veen
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

Goed of fout?
In Januari is het winter.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

Leestekens

Slide 9 - Slide

Welk leesteken hoort er achter de zin?
Vind jij leestekens moeilijk

A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 10 - Quiz

Welk leesteken hoort er achter de zin?

Ik ben blij dat het bijna vakantie is

A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 11 - Quiz

Welk leesteken hoort er achter de zin?
Schiet toch eens op
A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 12 - Quiz

Oefenen
Schrijf de zin over en zet op de juiste plek hoofdletters en leestekens.

ik ga deze zomer drie grote steden bezoeken barcelona madrid en sevilla

    Slide 13 - Slide

    Oefenen
    Schrijf de zin over en zet op de juiste plek hoofdletters en leestekens.

    ik ga deze zomer drie grote steden bezoeken barcelona madrid en sevilla
    • Antwoord: Ik ga deze zomer drie grote steden bezoeken: Barcelona, Madrid en Sevilla. 

    Slide 14 - Slide

    Goed of fout?
    Peter gaat morgen naar Duiven, hij moet nog iets ophalen.
    A
    goed
    B
    fout

    Slide 15 - Quiz

    Goed of fout?
    Ik ben blij met mijn cijfer maar, Chris is dat minder.
    A
    goed
    B
    fout

    Slide 16 - Quiz

    Goed of fout?
    Als je nu meekomt, zijn we nog op tijd.
    A
    goed
    B
    fout

    Slide 17 - Quiz

    Oefenen
    Schrijf de zin over en zet op de juiste plek hoofdletters en leestekens.

    joris als je daar nu niet mee stopt zet ik je de klas uit zei de leraar nederlands boos


      Slide 18 - Slide

      Oefenen
      Schrijf de zin over en zet op de juiste plek hoofdletters en leestekens.

      joris als je daar nu niet mee stopt zet ik je de klas uit zei de leraar nederlands boos
      • Antwoord: 'Joris, als je daar nu niet mee stopt, zet ik je de klas uit!' zei de leraar Nederlands boos.


      Slide 19 - Slide