This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Aan een
signaalwoord
zie je met
welk tekstverband
je te maken hebt.
Zorgen ervoor dat
woorden, zinnen en alinea's
met elkaar samenhangen.
- Chronologisch verband
- Opsommend verband
- Tegenstellend verband
- Toelichtend verband
....... en meer