Hoofdstuk 5

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Omgaan met 

kwantitatieve informatie

(kwantiteit - hoeveelheid)

Hoe sta je erin 

Planning deze periode

W1: Stage	W8 Oefentoets
W2: Instaptoets H5	W9 Toets rekenen
W3 : Instaptoets H5	W10 Afronden
W4: 5.1, 5.2	W11 Afronden
W5: 5.3, 5.4
W6: 5.5, 5.6
W7: 5.7, 5.8

5.1 Tabellen & gemiddelde

Wat is de prijs per kilometer

Hoeveel moet je afrekenen als je 21 kilometer heb gereden. Na 15 kilometer wordt de ritprijs ,25 cent goedkoper 

15 * 2,25 = 33,75

6 * 1,90 =  11,40

                 -------------

                  45,15

5.1 Tabellen & gemiddelde

5.2

Lijngrafieken

& 

Van tabel naar grafiek

Tabel

Grafiek

5.3 Staafdiagrammen 

Samengestelde staafdiagram

Maken opdrachten 

5.1 t/m 5.2

CM  JAM 21

Nakijken toets, resultaten in bestand

Maken Themaopdracht 

Ecologische voetafdruk zie WNF

Alle opdrachten in Word (dus ook extraopdrachten)

Zelfstandig, inleveren in Teams, voorwaarde voor de toets

Voorbereiden toets

inloggen LessonUp

Iets met een fiets

Antwoord

Referendum

Antwoord

30% van 680 = 204 voorstemmers

25% van 204 = 51 mannen die voor hebben gestemd

680 – 204 = 476 tegenstemmers

75% van 476 = 357 vrouwen die tegen hebben gestemd

204 – 51 = 153 vrouwen die voor hebben gestemd

153 + 357 = 510 vrouwen hebben meegedaan

Hardlopers 

35% = 280 vrouwen

280 : 35 × 65 = 520 mannen lopen 25 km.

80% van 520 = 416 mannen lopen de wedstrijd uit.

90% van 280 = 252 vrouwen lopen de wedstrijd uit.

416 + 252 = 668 deelnemers lopen de wedstrijd uit.

Totaal aantal deelnemers = 280 + 520 = 800 deelnemers.

668 : 800 × 100% = 83,5%