This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Wat is typisch voor een polis? Wat klopt niet?
A
De agora
B
De acropolis
C
Democratie
D
De volksvergadering
Slide 1 - Quiz
Maak de juiste combinatie van bestuur
A
monarchie=het volk is de baas
B
aristocratie=een groep edelen is de baas
C
tirannie=een koning is de baas
D
democratie=een koning is de baas.
Slide 2 - Quiz
Wat was geen gevolg van de kolonisatie?
A
Gebruik van munten
B
handelaren willen macht
C
meer stadstaten krijgen een koning
D
het verschil tussen arm en rijk wordt groter
Slide 3 - Quiz
Wat was geen gevolg van de kolonisatie?
A
Ruzie over grond tussen de bewoners van de poleis
B
De verspreiding van de Griekse cultuur in het Middellandse-Zeegebied
C
Het verlangen van de handelaren deel te nemen aan het bestuur
D
De sterke toename van de handel
Slide 4 - Quiz
Wie van de volgende vier personen had stemrecht in de Atheense volksvergadering?
A
Een adellijke jongen van zeventien jaar
B
Een winkelier van veertig jaar
C
De vrouw van een generaal
D
Een rijke buitenlandse koopman
Slide 5 - Quiz
Wanneer waren de Perzische oorlogen?
A
490-479 v C
B
492-480 v C
C
431-404 v C
D
479-490 v C
Slide 6 - Quiz
De slag bij Marathon vond plaats onder koning?
A
Xerxes
B
Darius
C
Leonidas
D
Pericles
Slide 7 - Quiz
De slag bij Thermopylae vond plaats onder koning?
A
Xerxes
B
Darius
C
Leonidas
D
Pericles
Slide 8 - Quiz
Wat klopt niet met betrekking tot de Spartaanse koningen?
A
Hun functie was erfelijk
B
ze waren legeraanvoerder
C
Ze waren godsdienstige leiders
D
Elk jaar werd er een andere koning gekozen
Slide 9 - Quiz
Hoe heet de oorlog tussen Sparta en Athene?
Slide 10 - Open question
Wat is geen kenmerk van de Griekse godsdienst?
A
De Grieken verlangden naar het leven na de dood.
B
In heel Griekenland werden dezelfde goden vereerd.
C
De Griekse goden leken sterk op mensen.
D
De Grieken geloofden dat de goden tot de mensen konden spreken
Slide 11 - Quiz
De goden van de Grieken: Wat is fout
A
geven de mensen het goede voorbeeld
B
hebben het eeuwig leven
C
kunnen relaties aangaan met mensen
D
Hebben dezelfde zwakheden als mensen
Slide 12 - Quiz
Wat klopt niet over de Olympische Spelen?
A
hardlopen en worstelen werden naakt beoefend
B
boksen was een populaire sport
C
De winnaars wonnen een gouden medaille
D
De eerste waren 776 v C
Slide 13 - Quiz
De nieuwe manier van wetenschappelijk denken. Wat klopt niet?
A
filosofen waren populair bij het volk
B
natuurwetenschap ontwikkelde zich
C
De manier van wetenschap bedrijven geldt nog steeds
D
wetenschap hoorde bij het onderwijspakket van de jongens
Slide 14 - Quiz
De grondlegger van de geneeskunst is
A
Archimedes
B
Socrates
C
Hippocrates
D
Aristoteles
Slide 15 - Quiz
Olympische spelen, wat is fout
A
Daar werden gevechten voor gestopt
B
De prijs was een krans
C
Waren om de 5 jaar
D
Daar was kogelstoten een populair onderdeel
Slide 16 - Quiz
filosofie, wat is fout?
A
De wereld onderzoeken met behulp van het geloof
B
De wereld onderzoeken door goed te kijken en redeneren
C
filosofie stelt vragen over hoe, wat en waarom
D
filosofie is de basis voor de wetenschap.
Slide 17 - Quiz
Opvoeding Atheense jeugd
A
vechten was een belangrijk vak
B
politiek was een belangrijk vak
C
rekenen was een belangrijk vak
D
scheikunde was een belangrijk vak
Slide 18 - Quiz
Komedies en tragedies. Wat is fout?
A
Bij komedie loopt het altijd slecht af met de hoofdrolspreler
B
Via theater worden discussies onder het volk uitgelokt
C
Via komedies en tragedies krijgen Grieken dezelfde cultuur
D
In Athene waren voorstellingen gratis
Slide 19 - Quiz
goed-foutvraag Een Griekse toneelopvoering vond altijd plaats in kleine besloten ruimten
A
goed
B
fout
Slide 20 - Quiz
Feit of een Mening?
De cultuur van de Grieken staat hoger dan de cultuur van de Egyptenaren.
A
Feit
B
Mening
Slide 21 - Quiz
Feit of mening?
De Olympische Spelen waren in de tijd van het Oude Griekenland anders dan in onze tijd
A
Feit
B
mening
Slide 22 - Quiz
Welke bestuursvorm herken je in deze volksvergadering in Athene 492 v C?
A
Monarchie,
want iedereen luistert aandachtig.
B
Aristocratie,
want er zijn alleen mannen aanwezig.
C
Tirannie, want er zijn 2 mannen de baas.
D
Democratie,
want iedereen mag meepraten.
Slide 23 - Quiz
Op welk gebied waren er verschillen in de Griekse poleis? Op het gebied van:
A
de godsdienst
B
de bouwkunst
C
het bestuur
D
de taal
Slide 24 - Quiz
Leg uit welk bron het best past bij de nieuwe geneeskunst. Bron 1 In de Ilias wordt verteld hoe de god Apollo de Grieken strafte door in hun kamp de pest te laten uitbreken. Bron 2 ‘Die zogenaamde heilige ziekte epilepsie is volgens mij even gewoon als iedere andere ziekte. Ik zal aantonen dat epilepsie een gewone ziekte is als iedere andere ziekte.’