Afweerlinies van het immuunsysteem

Afweerlinies van het immuunsysteem

Aan het einde van de les kun je...

De functie van de eerste afweerlinie en de bijbehorende passieve barrières begrijpen. De componenten van de aangeboren en verworven immuunsystemen identificeren en beschrijven. Het verschil tussen de aangeboren en verworven immuunsystemen uitleggen, inclusief de snelheid van activering en de specificiteit van de reactie. De rol van fagocytose en de betrokken cellen in de tweede afweerlinie uitleggen. De werking van de cellulaire en humorale afweer in de derde afweerlinie beschrijven.

Wat weet je al over de afweerlinies van het immuunsysteem?

Eerste afweerlinie: passieve barrières en uitscheidingsproducten

Uitwendige passieve verdediging van het lichaam tegen ziekteverwekkers, inclusief fysieke barrières en chemische stoffen.

Tweede afweerlinie: aangeboren immuunsysteem met fagocytose en antimicrobiële eiwitten

Snel reageren op infecties door middel van cellen die ziekteverwekkers kunnen opnemen en vernietigen (fagocytose) en het uitscheiden van eiwitten die antimicrobiële eigenschappen hebben.

Derde afweerlinie: verworven immuunsysteem met cellulaire en humorale afweer

Specifieke verdedigingen ontwikkelen tegen ziekteverwekkers en een geheugen opbouwen voor een snellere reactie bij toekomstige infecties.

Afweerlinies van het immuunsysteem

De uitwendige passieve verdediging van het lichaam tegen ziekteverwekkers, inclusief fysieke barrières en chemische stoffen. Het aangeboren immuunsysteem dat snel reageert op infecties door middel van cellen die ziekteverwekkers kunnen opnemen en vernietigen (fagocytose) en het uitscheiden van eiwitten die antimicrobiële eigenschappen hebben. Het verworven immuunsysteem dat specifieke verdedigingen ontwikkelt tegen ziekteverwekkers en een geheugen opbouwt voor een snellere reactie bij toekomstige infecties.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.