De tekstkenmerken voldoen aan 3F.
De vragen hebben de volgende vaardigheden (kenmerken van de taakuitvoering) gemeten:
vraag 1 = begrijpen: kern van de tekst
vraag 2 = interpreteren: bedoeling
vraag 3 = interpreteren: tekstuele relaties
vraag 4 = interpreteren: tekstuele relaties
vraag 5 = begrijpen: kern van de tekst
vraag 6 = samenvatten