't kofschip X

Vandaag hebben wij ons huiswerk gemaakt.
LV =
A
Vandaag
B
Wij
C
ons huiswerk
D
hebben gemaakt
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Vandaag hebben wij ons huiswerk gemaakt.
LV =
A
Vandaag
B
Wij
C
ons huiswerk
D
hebben gemaakt

Slide 1 - Quiz

Wat is het LV?
Ik wil een voetbal hebben.
A
ik
B
wil hebben
C
voetbal
D
een voetbal

Slide 2 - Quiz

't kofschip X

aantekening-
en op het bord
aa

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

hele
werkwoord
stam
laatste letter
vt
enkelvoud
vt
meervoud
verven
niezen
straffen
verhuizen
start

Slide 5 - Slide

Gisteren ...... (hoesten) Tabitha heel de dag
A
hoeste
B
hoestte
C
hoesde
D
hoesdde

Slide 6 - Quiz

verleden tijd
Hij ...... (krabben) zijn korstje eraf.
A
krabte
B
krabten
C
krabde
D
krabden

Slide 7 - Quiz

wat is de persoonsvorm in verleden tijd enkelvoud, van "rusten "
A
rust
B
ruste
C
rustten
D
rustte

Slide 8 - Quiz

Wat is de verleden tijd van hij begroet
A
hij begroette
B
hij begroedde
C
Hij begreet
D
Hij begroete

Slide 9 - Quiz

Mijn vriendin ……………. samen met mij. (reizen)
Vul de juiste verleden tijd in
A
reizde
B
reiste
C
reiszte
D
reisde

Slide 10 - Quiz

Vorig jaar ___ we die zware spullen zelf naar boven.

verleden tijd:
A
sjouwde
B
sjouwdde
C
sjouwden
D
sjouwdden

Slide 11 - Quiz

Ons kleine katje ___ vanmorgen de nieuwe bank stuk.

verleden tijd
A
krabt
B
krabte
C
krabde
D
krabbelde

Slide 12 - Quiz

Hoe spel je de verleden tijd van ontsnappen?
A
hij ontsnapte
B
hij ontsnaptte
C
hij ontsnapde
D
hij ontsnapdde

Slide 13 - Quiz

verleden tijd van deleten
ik.......
A
delete
B
deletete
C
delet

Slide 14 - Quiz

Schrijf de persoonsvorm in de vt op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

Gisteren __________ (zweven) het vliegtuig door de lucht.

Slide 15 - Open question

Schrijf de persoonsvorm (vt) op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

Hij __________ (willen) weten of het veilig was

Slide 16 - Open question

Schrijf de persoonsvorm (vt) op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))

De landingsbanen _________ (schitteren) in het zonlicht.

Slide 17 - Open question

Ik vond deze oefening
A
makkelijk
B
niet makkelijk, maar ook niet moeilijk
C
moeilijk
D
heel moeilijk

Slide 18 - Quiz