Hieronder staan zes zinnen. Welk woord hoort bij welke betekenis? Kies uit: het tegenovergestelde – test – schrijver – het vak dat je doet om je geld mee te verdienen – taak of doel dat iets heeft – uitleg
1 Hij is auteur van beroep.
2 De leerlingenraad heeft een duidelijke functie.
3 Zijn grof en fijn een tegenstelling?
4 Wat is de verklaring voor het verschijnsel ‘vallende ster’?
5 Ze hebben een proef gedaan en het middel werkt echt.
6 Wat is zijn beroep?