This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Introductie
Uitleg paragraaf 2 blz. 58 superaardbeving
maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 1 blz.: 63/64
Nabespreken paragraaf 2
Aan het einde van de les kan/weet je:
Hoe ontstaat een tsunami?
Wat is het verschil tussen het hypocentrum en het epicentrum?
Welke fases van een tsunami zijn er?
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
aantekeningen
Slide 4 - Slide
superaardbeving
Een tsunami is een hoge golf die wordt veroorzaakt door een zeebeving.
oorzaak van de tsunami in maart 2011: zeebeving van 9.0 op de schaal van Richter.
Door de schok werd een stuk oceaanbodem opgetild en weer neergegooid. > tsunami
Slide 5 - Slide
schaal van Mercalli
Schaal van Mercalli = schaal die de hevigheid en de schade van een aardbeving aangeeft.
Hoe dichter bevolkt een gebied is, hoe groter de schade zal zijn
Slide 6 - Slide
aardbeving
Door plaatbewegingen bouwt zich spanning op in de aardkorst. Na enkele jaren ontlaadt die spanning zich en verschuiven platen ineens een paar meter = aardbeving
De zwaarste aardbevingen komen voor bij convergente plaatgrenzen
Slide 7 - Slide
hypocentrum
plek waar de aardbeving begint
bijvoorbeeld 5 of 25 km diepte
epicentrum
recht boven de bron van de aardbeving.
zwaarste aardbevingen komen hier voor
Slide 8 - Slide
hoe ontstaat een tsunami? Beschrijf in je eigen woorden in maximaal 2 zinnen
Slide 9 - Open question
de gevolgen van aardbevingen zijn in dunbevolkte gebieden...
A
groter
B
kleiner
Slide 10 - Quiz
het epicentrum zit...
A
recht boven de aardbeving
B
20 km diep in de aardkorst
Slide 11 - Quiz
zelfstandig werken
lezen paragraaf 2 superaardbeving maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 2 H4 gebruik hierbij:
leerboek blz. 58/59
werkboek blz. 63/64
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken