2V Woordenschat H3 les 1

OPSTARTEN!
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

OPSTARTEN!

Slide 1 - Slide

Zo kom ik de lockdown door

Slide 2 - Mind map

KRIJGEN WE TOETS?!

Slide 3 - Slide

Ik heb je foto ...
A
geliket
B
geliked
C
gelikt
D
gelikd

Slide 4 - Quiz

Waar of niet waar?

Tussen twee persoonsvormen plaats je een komma.
A
Waar
B
Niet waar
C
Twee pv in een zin kan niet.

Slide 5 - Quiz

Woordenschat hoofdstuk 3
Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

Slide 6 - Slide

Programma
Toetsplanning

Klassenkrant

Huiswerk bespreken

Nieuw onderdeel starten Woordenschat H3 

Opdrachten maken

Slide 7 - Slide

toetsplanning
Komende twee weken twee korte so's, samen één cijfer.

  • Eerste is volgende week donderdag 21 januari
  • de tweede is die week erop op donderdag of vrijdag (nieuw rooster)
  • De toetsen zijn kort (10 minuten)
  • Tijdens de toets heb je je camera aan. 
  • De toetsen worden afgenomen via Nieuw Nederlands online. Zorg dat je dat hebt opgestart voor de les begint. 

Slide 8 - Slide

Toetsplanning
SO 1 Spelling:
  • totaal 11 vragen in 10 minuten

  • Leestekens blz. 34
  • Gebiedende wijs blz. 36

  • Vervoegen van Engelse werkwoorden blz. 66

Slide 9 - Slide

Toetsplanning
SO 2 Grammatica:
  • Vergelijkbaar aantal vragen in een vergelijkbare tijd

  • Wederkerende werkwoorden werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp blz. 28
  • Wederkerend en wederkerig voornaamwoord blz. 30
  • Werkwoordstijden blz. 60

Slide 10 - Slide

So 1: Welke vragen kun je verwachten?


Vul de juiste werkwoordsvorm in.

Kies de zin die in de gebiedende wijs staat.

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

Slide 11 - Slide

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Wil jij je mond houden?
B
De Bitcoin bestaat al sinds 2009.
C
Blijf alsjeblieft van die telefoon af.
D
Wordt Trump afgezet?!

Slide 12 - Quiz

Noteer het werkwoord in de juiste spelling.

Hij heeft die hele serie in twee dagen ... (bingewatchen).
A
gebingewatcht
B
gebingewatchet
C
gebingewatched
D
gebinge watcht

Slide 13 - Quiz

Vragen over de so('s)?

Slide 14 - Slide

Klassenkrant
De Klassenkrant gaat gewoon door!
Eerste versie derde editie 2 februari
De indeling van de groepjes staat in de studiewijzer. 

Slide 15 - Slide

Huiswerk bespreken

Slide 16 - Slide

Huiswerk bespreken.
Wie het niet heeft gemaakt, krijgt een hv in Magister.

Slide 17 - Slide

Woordenschat H3 
Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

boek blz. 84

Slide 18 - Slide

Welk woord kan geen voorzetsel zijn?
A
tijdens
B
vanwege
C
Op
D
daar

Slide 19 - Quiz

vaste voorzetsels
Veel werkwoorden hebben bij een bepaalde betekenis een vast voorzetsel. Denk aan:
Ik hou van jou.
Ik hou me aan de afspraak. 

Slide 20 - Slide

vaste voorzetsels
Je hebt ook combinaties met een zelfstandig naamwoord, werkwoord en voorzetsel, zoals:
verstand hebben van
mening hebben over
oogje hebben op

Slide 21 - Slide

vaste voorzetsels
Je hebt ook combinaties met een bijvoeglijk naamwoord, werkwoord en voorzetsel, zoals:
bang zijn voor
blij zijn met

Slide 22 - Slide

Uitdrukking
Het is een overkoepelend begrip voor alle vaste verbindingen met een figuurlijke betekenis. 

Dus een voorzetseluitdrukking is een vaste combinatie van woorden met een voorzetsel.

Slide 23 - Slide

Even proberen
Voorbeelden uit opdracht 1 en 2

Slide 24 - Slide

Vul de zin aan met een voorzetsel.

Moet de school meer aandacht schenken ... financiële opvoeding?
A
op
B
over
C
om
D
aan

Slide 25 - Quiz

Vul de zin aan met een voorzetsel.

Houd rekening ... eventuele gladheid
A
aan
B
over
C
met
D
op

Slide 26 - Quiz

Vul de zin aan zodat er een voorzetseluitdrukking ontstaat

De straat achter de school is afgesloten ... verband ... graafwerkzaamheden.
A
op ... van
B
ter ... van
C
in ... met
D
op ... aan

Slide 27 - Quiz

Vervang de voorzetseluitdrukking door één woord.

De straat achter de school is afgesloten in verband met graafwerkzaamheden.
A
vanwege
B
tijdens
C
want
D
door

Slide 28 - Quiz

Aan de slag
Maak opdracht 1, 2 en 5 van Woordenschat H3 via Nieuw Nederlands online. 

Werk samen en gebruik het internet om dingen op te zoeken.

Blijf online in Teams voor vragen. 

We ronden de les vijf minuten voor het einde samen af. 

Slide 29 - Slide

Waar zou je in de volgende les aandacht aan willen besteden?

Slide 30 - Open question

Afronden
Huiswerk voor morgen: Woordenschat H3 opdracht 1, 2 en 5 via Nieuw Nederlands online.

Slide 31 - Slide