This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Breuken vermenigvuldigen
Slide 1 - Slide
Breuken vermenigvuldigen
Slide 2 - Slide
Marcel koopt 5 stukken kaas van elk 1/2 kilo. Hoeveel kilo koopt hij in totaal. (antwoord met / in de breuk)
Slide 3 - Open question
In een drinkbak voor kalveren past 10 liter. De drinkbak is voor 2/5 met melk gevuld. Hoeveel liter melk zit er in de drinkbak? (alleen getal als antwoord)
Slide 4 - Open question
Breuken vermenigvuldigen met breuken
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Hoeveel is de helft van 1/3 water?
Slide 7 - Open question
1/6
1/3 x 1/2
1x1 = 1
3x2= 6
Slide 8 - Slide
Hoeveel is 1/3 van een kwart pizza?
Slide 9 - Open question
1/12
1/3 x 1/4
1x1 = 1
3x4 = 12
Slide 10 - Slide
Jip koopt een fles vruchtensap. In de fles zit driekwart liter sap. Het sap bestaat voor 1/3 uit mangosap. Hoeveel liter mangosap zit er in?
Slide 11 - Open question
1/4
3/4 x 1/3
3 x 1 =3
4 x 3 =12
3/12
3: 3 = 1
12: 3 = 4
Slide 12 - Slide
Breuken delen door hele getallen
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Een timmerman heeft een plint van 3/4 meter. Hij verdeelt de plint in 2 even grote stukken. Hoe lang zijn de stukken?
Slide 15 - Open question
3/8
3/4 : 2
3 kun je niet door 2 delen. Dus maak je er een getal van dat je wel door 2 kunt delen : 6 (3x2)
Nu moet de noemer ook vermenigvuldigd worden met 2 : 8
Nieuwe breuk: 6/8
Bij delen door hele getallen blijft de noemer staan. 6:2 = 3
noemer is 8
Slide 16 - Slide
1/5 : 2
Slide 17 - Open question
1/10
1/5:2
1 kun je niet delen door 2
1 x 2 = 2
5 x 2 = 10
2/10 : 2 = 1/10 (alleen de teller delen)
Slide 18 - Slide
Gehele getallen delen door breuken
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Je hebt 5 kg aardappelen. Voor een ovenschotel heb je 1/2kg aardappelen nodig. Hoeveel ovenschotels kun je maken?
Slide 21 - Open question
10
5: 1/2
5 x 2 = 10
10: 1 = 10
Slide 22 - Slide
Kim vult blikjes van 3/8 met verf. Hoeveel blikken kan ze met 2 liter verf vullen?