Hoofdstuk 1.1 Inkomen & Welvaart

Wanneer ben je rijk?
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wanneer ben je rijk?

Slide 1 - Slide

In deze les
  • Indexcijfers
  • Inkomen in Euro's (nominaal inkomen)
  • Inflatie
  • Reëel inkomen (koopkracht)
  • Welvaart vergroten
  • Schaarste goederen en vrije goederen
  • Welzijn

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Inkomen vs Koopkracht
Nominaal inkomen: je inkomen in Euro's
Nationaal inkomen : alle inkomens van een land opgeteld

Inflatie: algemene prijsstijging van producten

Koopkracht: hoeveel producten je van je inkomen kan kopen

Slide 4 - Slide

Rekenen met inkomensverandering
Betekent meer inkomen ook meer koopkracht? 

Dat is te berekenen aan de hand van het Reëel Inkomen. 
                                        NIC    
Formule --> RIC =   PIC    * 100. 
NIC = Nominaal inkomen Indexcijfer (inkomensverandering als indexcijfer)
PIC = Prijsindexcijfer (inflatie als indexcijfer)
RIC = Reëel Inkomen Indexcijfer (je koopkrachtverandering als indexcijfer)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welvaart
Mate waarin je in je behoeften kunt voorzien
 
Welvaart in enge zin: Kijken jaar koopkracht (individueel) of BBP per capita (Bruto Binnenlands Product per inwoner)

Welvaart in ruime zin: Niet alleen koopkracht, maar ook Geluk, gezondheidszorg, onderwijs, voorzieningen meegenomen

Slide 9 - Slide

Schaarste
Anders dan schaars (als in diamanten)

Vrije goederen (onbeperkt aanwezig voor iedereen)

Als goederen niet vrij zijn, dan zijn ze schaars. Niet onbeperkt aanwezig, er moeten productiefactoren opgeofferd worden om het te krijgen. 

Slide 10 - Slide

Welzijn vs welvaart
Mate waarin je je gelukkig voelt = Welzijn

Welvaart = In hoeverre je in je 
behoeftes kunt voorzien

Slide 11 - Slide

In deze les
  • Indexcijfers
  • Inkomen in Euro's (nominaal inkomen)
  • Inflatie
  • Reëel inkomen (koopkracht)
  • Welvaart (in ruime of enge zin)
  • Schaarste
  • Welzijn

Slide 12 - Slide

Maken
1.1 t/m 1.5

Slide 13 - Slide