D. Risico en informatie: risico

Een risicoavers persoon zoekt zoveel mogelijk risico's op.
A
Juist
B
Onjuist
1 / 24
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Een risicoavers persoon zoekt zoveel mogelijk risico's op.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quiz

Hoe noemt men het probleem dat verzekeraars hebben als mensen een verzekering moeten afsluiten?
A
Assymetrische informatie
B
Moreel wangedrag
C
Averechtse selectie
D
Bonus-Malus regeling

Slide 2 - Quiz

De afbeelding hiernaast is een voorbeeld van:
A
Moreel wangedrag
B
Premie-differentiatie
C
bonus malus regeling
D
Eigen risico

Slide 3 - Quiz

Welke van de vier is NIET een oplossing voor moreel wangedrag?
A
Bonus malus
B
Vrijwillig eigen risico
C
Maximale vergoeding
D
verplicht verzekeren

Slide 4 - Quiz

Wat is het probleem van asymmetrische informatie?
A
De verzekeraar weet niet wat jij doet
B
De verzekerde weet niet wat hij echt zal krijgen
C
Niemand weet wat jou gaat overkomen
D
De verzekeraar weet meer van de situatie dan de verzekerde

Slide 5 - Quiz

De premie gaat NIET omhoog als deze variabele verandert:
A
Het aantal verzekerde mensen neemt toe
B
De kans op schade van de goede risico's stijgt
C
De gemiddelde schade neemt toe
D
De kans op schade van de slechte risico's stijgt

Slide 6 - Quiz

De verkoper van een auto weet of deze goed functioneert, de koper weet dit niet. Dit is een vorm van:
A
Asymmetrische informatie
B
risico-aversie
C
Averechtse selectie
D
Averechtse informatie

Slide 7 - Quiz

Als mensen die roken een hogere premie zouden moeten betalen voor een overlijdensrisico verzekering dan is dat:
A
Risico-aversie
B
Averechtse selectie
C
Premiedifferentiatie
D
lik-op-stukbeleid

Slide 8 - Quiz

Uit cijfers blijkt dat ook mensen met weinig of geen risico hun fiets verzekeren. Dit is een voorbeeld van:
A
Asymmetrische informatie
B
Risico-aversie
C
Averechtse selectie
D
Moreel wangedrag

Slide 9 - Quiz

Als je bij het afsluiten van een verzekering verzwijgt dat je een roker bent is dat een vorm van:
A
Asymmetrisch informatie
B
Moreel wangedrag
C
Averechtse selectie
D
Risico-aversie

Slide 10 - Quiz

Bij welke verzekering is moreel wangedrag niet mogelijk?
A
Zorgverzekering
B
Reisverzekering
C
Werkloosheidswet
D
Algemene ouderdomswet

Slide 11 - Quiz

Wat heeft geen invloed op de vraag naar verzekeringen?
A
De kans op schade
B
Het aantal verzekeraars
C
De hoogte van het inkomen
D
De hoogte van de premie

Slide 12 - Quiz

Als mensen die roken een hogere premie zouden moeten betalen voor een overlijdensrisico verzekering dan is dat:
A
Risico-aversie
B
Averechtse selectie
C
Premiedifferentiatie
D
lik-op-stukbeleid

Slide 13 - Quiz

Wat is het probleem van asymmetrische informatie?
A
De verzekeraar weet niet wat jij doet
B
De verzekerde weet niet wat hij echt zal krijgen
C
Niemand weet wat jou gaat overkomen
D
De verzekeraar weet meer van de situatie dan de verzekerde

Slide 14 - Quiz

De assurantiebelasting wordt berekend over
A
de premie
B
de poliskosten
C
premie + poliskosten
D
premie + poliskosten + verzekeringskosten

Slide 15 - Quiz

Bij welke verzekering is moreel wangedrag niet mogelijk?
A
Zorgverzekering
B
Reisverzekering
C
Werkloosheidswet
D
Algemene ouderdomswet

Slide 16 - Quiz

Vraag 8:

C. Hoeveel procent van de kosten van hun zorgverzekering wordt betaald door de overheid? Rond je antwoord af op
hele procenten
A
59%
B
38%
C
68%
D
47%

Slide 17 - Quiz

De assurantiebelasting wordt berekend over
A
de premie
B
de poliskosten
C
premie + poliskosten
D
premie + poliskosten + verzekeringskosten

Slide 18 - Quiz

Oplossingen voor informatie asymmetrie zijn:
A
Eigen risico, moral hazard, premiedifferentiatie
B
Eigen risico, premiedifferentiatie, informatie inwinnen
C
Eigen risico, averechtse selectie
D
Eigen risico, bonus-malussysteem, averechtse selectie

Slide 19 - Quiz

Hoe zou de verzekeringsmaatschappij moreel wangedrag kunnen beperken?
A
eigen risico
B
premiedifferentiatie
C
asymmetrische informatie
D
sociale dwang

Slide 20 - Quiz

Het minste risico loop ik bij
A
obligaties
B
aandelen

Slide 21 - Quiz

Het minste risico loop ik bij
A
obligaties
B
aandelen

Slide 22 - Quiz

Dividend en koerswinst zijn het rendement van
A
een spaarrekening
B
obligaties
C
aandelen

Slide 23 - Quiz

Bij obligaties koop je een stukje van een lening
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz