This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
hoofdstuk 3
verzekeren tegen risico
Slide 1 - Slide
De cryptomunten zijn de afgelopen flink in prijs gedaald. Veel beleggers verkochten hun currency. Dit is een voorbeeld van.
A
asymmetrische informatie
B
moreel wangedrag
C
averechtse selectie
D
risico-aversie
Slide 2 - Quiz
De verkoper van een 2e hands auto weet meer over de auto dan de koper. Dit is een voorbeeld van.
A
asymmetrische informatie
B
risico-aversie
C
moreel wangedrag
D
averechtse selectie
Slide 3 - Quiz
Het blijkt dat ook mensen die weinig of geen risico lopen hun fiets verzekeren tegen diefstal. Dit is een voorbeeld van.
A
asymmetrische informatie
B
risico-aversie
C
averechtse selectie
D
moreel wangedrag
Slide 4 - Quiz
Als mensen die roken een hogere premie betalen voor een overlijdensrisico verzekering is dat een vorm van
A
risico-aversie
B
averechtse selectie
C
premie differentiatie
D
lik-op-stuk beleid
Slide 5 - Quiz
In Tilburg staan 500.000 auto's met een gemiddelde waarde van 16.000 euro. 2% wordt gestolen. De verzekeraar wil 10% winstopslag.
A
De jaarpremie 70,40 euro
B
De jaarpremie 152 euro
C
De jaarpremie is 320 euro
D
De jaarpremie is 352 euro
Slide 6 - Quiz
uitwerking
De gemiddelde waarde van een auto is 16000 euro. De kans op diefstal is 2%. Dus het uit te keren schadebedrag is 0,02 * 16000 = 320 euro.
Er wordt 10% winst gemaakt. Dus de premie per auto is 320/100 * 110 = 352 euro.
Slide 7 - Slide
I: Asymmetrische informatie kan ertoe leiden dat zorgverzekeraars een te lage premie vragen. II: omdat risicoselectie bij zorgverzekeraars onwenselijk is, hebben alle zorgverzekeraars een acceptatieplicht
A
I: waar
II: niet waar
B
beide waar
C
I: niet waar
II: waar
D
beiden niet waar
Slide 8 - Quiz
I: als je bij het afsluiten van een overlijdensrisico verzekering verzwijgt dat je een roker bent, is er sprake van moreel wangedrag II: als een zorgverzekeraar alleen studentenpolissen aanbiedt, is dat een verkapte vorm van risico selectie
A
beiden waar
B
beiden niet waar
C
I: waar
II: niet waar
D
I: niet waar
II: waar
Slide 9 - Quiz
Bij welke verzekering is moreel wangedrag niet mogelijk?
A
ziektewet
B
reisverzekering
C
werkloosheidswet
D
algemene ouderdomswet
Slide 10 - Quiz
Wat heeft geen invloed op de vraag naar verzekeringen?
A
Kans op schade
B
Aantal verzekeraars
C
Hoogte inkomen
D
Hoogte premie
Slide 11 - Quiz
opdracht
opdracht
welk groepje wint?
wat
maak de toets opgaven van hoofdstuk 3 (zie Peppels)