Hoofdstuk 1 les 1 Fictie VWO 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Fictie 

Hoofdstuk 1

Doel:

• Aan het eind weet je het verschil tussen fictie en non-fictie
• kun je een leesboek kiezen dat past bij jouw smaak
• kun je een persoonlijke reactie geven op een gelezen verhaal

Kijk naar het filmpje

Gebruik je oortjes

https://www.youtube.com/watch?v=dXcVj0zq1dc

https://www.youtube.com/watch?v=vvuE_PptVQI

Fictie en non-fictie

• Fictie, teksten en beelden over gebeurtenissen en mensen die verzonnen zijn. Voorbeelden: leesboek, stripverhaal, gedicht, film, televisieserie, musical en toneelstuk
• Non-fictie; teksten en beelden over de werkelijkheid, met feiten, over echte menen en gebeurtenissen, niet verzonnen. Voorbeelden: studieboek, krantenbericht, journaal, informatieve boeken, documentaire.

Let op!

Je hebt verhalen, die gebaseerd zijn op een echt persoon of gebeurtenis, maar de schrijver heeft er dingen bij verzonnen.

Dan is het een fictie verhaal, deze is dan realistisch geschreven.

Wanneer je te maken hebt met personages of gebeurtenissen die niet waar kunnen zijn, dan spreek je van niet-realistische fictie.

Fictie
Wat is fictie?

1. Verzonnen verhalen
2. Biografie
3. Informatieve verhalen
4. Autobiografie

realistische fictie is

1. tekst uit de werkelijkheid
2. tekst die verzonnen is maar echt lijkt
3. tekst die verzonnen is
4. tekst waarin een waargebeurd verhaal staat

Fictie kan bestaat uit realistische fictie en niet-realistische fictie.

1. niet waar
2. waar
3. weet ik niet

Fictie: welk van onderstaande is geen fictief figuur?

1. Harry Potter
2. Memphis Depay
3. Mickey Mouse

Is dit fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Wat ga je nu doen?

• Lees de tekst, Een andere vader, op blz. 9 van je boek.
• Maak opdracht 1 blz. 13 en opdracht 2 blz. 15.
• De volgende les gaan we deze opdrachten bespreken. 
• Klaar? Ga dan nog even lezen wanneer je boek nog niet uit is.  We gaan hier vrijdag mee aan de slag.
• Boek al wel uit? Mag je beginnen met de samenvatting. De opdracht staat in magister.