Je beschouwt zo'n woord als een Nederlands woord en volgt dan de regels
- bepaal de stam door -en weg te halen
- kijk wat de laatste letter van die stam is. dubbele letters haal je weg.
- je schrijft de tegenwoordige tijd (ik-vorm of ik-vorm +t)
- in de verleden tijd gebruik je 't ex fokschaap